Henri Storck

Ruben Demasure, 2021
ARTICLE
05.05.2021
NL

Met Le chantier des gosses (1970) verwezenlijkte autodidact Jean Harlez (1924) zijn grote droom om een langspeelfilm te maken in de Brusselse Marollenwijk. Met kinderen uit de buurt en een zelfgebouwde camera improviseerde Harlez er het verhaal van een stel straatjongens die hun stuk braakliggend speelterrein verdedigen tegen de landmeters en ondernemers die er een sociale woontoren komen neerpoten. Hoe deze “eerste Belgische neorealistische film” tot stand kwam en uiteindelijk ontvangen werd, leest als een even spectaculaire als schrijnende strijd. 

Charles Dekeukeleire, 1932
Ingeleid door Elias Grootaers
MANIFESTO
06.12.2017
NL FR EN

Gedurende die eerste periode wou hij de fysicus van de fotogenie zijn, gedurende de tweede werd hij er de chemicus van. Voor die proefnemingen mocht de regisseur het groot publiek gerust links laten liggen. Ook werd de film hoe langer hoe ontoegankelijker voor de menigte, verstaanbaar en genietbaar alleen voor een kleine kring van ingewijden. Toen die proeven hem echter een grondige kennis van de techniek hadden bezorgd, keerde de regisseur vanzelf weer terug naar de natuur, naar de mens. Hij kwam weer op straat. Niet de straat van het studio boeide hem, de straat van karton, maar de echte straat waar het leven in duizend vormen krioelt, waar het kan opgevangen en rechtstreeks gefilmd worden.

Henri Storck, 1951
ARTICLE
14.04.2021
NL FR

“De mijnwerkers komen uit de mijnschacht tevoorschijn. Ze gaan de straat op, hun gezichten zwart, leerkartonnen helmen op hun hoofd, brandende lampen in hun handen, in dichte rijen die de hele breedte van de straat innemen. Ze naderen met rasse schreden, neuriën een zacht en krachtig gefluisterd lied, voorafgegaan door een zwarte stofwolk.”

Henri Storck, 1951
ARTICLE
14.04.2021
NL FR

« Les ouvriers mineurs remontent de la fosse. Ils s'avancent dans la rue, le visage noir, le casque de cuir bouilli sur la tête, la lampe allumée à la main, en rangs serrés qui prennent toute la largeur de la rue. Ils s'avancent sur un rythme implacable, en chantonnant une chanson murmurée, douce et puissante, précédés d'un nuage de poussière noire. »

Henri Storck, 1962
Ingeleid door Elias Grootaers
ARTICLE
28.11.2018
NL FR

Je zou daarom kunnen zeggen dat zijn kunst de samenleving is, maar dan bekeken vanuit een bepaald temperament, want daaraan ontbrak het de Heusch niet. Dat temperament stelt hem in staat om uit te barsten in een soort van bijtende, ja zelfs burleske geestdrift waarvan bepaalde trekken zich al lieten opmerken in zijn vroegere films. Je hebt goede ogen nodig om de films van de Heusch te bekijken.

Henri Storck, 1962
Introduit par Elias Grootaers
ARTICLE
28.11.2018
NL FR

On pourrait dire alors que son art serait la société vue à travers un tempérament, de Heusch n’en manque pas. Ce tempérament peut l’amener à faire exploser une sorte de verve caustique, voire burlesque, dont certains traits dans ses films antérieurs laissaient apercevoir le bout de l’oreille. Il faudra de bons yeux pour voir les films de de Heusch.

Luc de Heusch, 1992
Ingeleid door Elias Grootaers
ARTICLE
28.11.2018
NL FR

Toen de eerste toeschouwers van de cinematograaf van de gebroeders Lumière in 1895 een trein het station van Lyon zagen binnenrijden, werd de cinema geboren onder het teken van het reële. Toen diezelfde toeschouwers Repas de bébé [1895] bijwoonden, had je kunnen denken dat de roeping van de cinema sociologisch van aard was. In werkelijkheid was de cinema voorbestemd om een buitengewone droommachine te worden, door het fotografische beeld onlosmakelijk verbonden aan de realiteit, terwijl de schilderkunst, die tot dan een figuratieve kunst was geweest, zich er steeds vastberadener van bevrijdde.

Luc de Heusch, 1992
Introduit par Elias Grootaers
ARTICLE
28.11.2018
NL FR

Lorsqu’en 1895, les premiers spectateurs du cinématographe Lumière virent un train entrer en gare de Lyon, le cinéma était né sous le signe du réel. Lorsque ces mêmes spectateurs assistèrent au Repas de bébé [1895], l’on pouvait aussi croire que sa vocation était d’ordre sociologique. En fait il était voué à devenir une formidable machine à rêves, indissolublement liée par l’image photographique à la réalité, alors que la peinture, qui jusqu’alors avait été un art figuratif, s’en affranchissait de plus en plus résolument.

Henri Storck, 1995
ARTICLE
10.03.2021
NL EN

With nimble-fingered virtuosity, he operated an array of objects arranged around his piano: fake pistols for crime-of-passion gunshots, castanets to imitate the sound of horses’ hooves, grains of lead sliding over a canvas for the sound of waves, buckets of water and sponges for the sound of raindrops. From high up in my little room across the street, I could hear the sounds of the piano, which allowed me to understand what kind of film it was: a farce, a bourgeois drama, a romantic comedy, or even a violent storm at sea or bolting horses at a gallop.

Henri Storck, 1995
Vertaald door Hannes Verhoustraete
ARTICLE
29.11.2017
NL EN

Met de behendigheid van een aap speelde hij virtuoze slagpartijen met de naast zijn piano opgestelde objecten: neppistolen voor de revolverschoten van de passiemoord, castagnetten voor de hoeven van de paarden, voor de klank van de golven: loodkorrels die over een canvas streken, met emmers water en sponzen bootste hij de klank van regendruppels na. Hoog in mijn kleine kamer aan de andere kant van de straat kon ik de klanken van de piano horen, waaruit ik dan kon opmaken om welk genre film het ging: een komische farce, een burgerlijk drama, een sentimentele komedie, of zelfs een geweldige storm op zee, of de galop van losgeslagen paarden.