De cinema van Jan Decorte

27.03.2024
A COLLECTION OF 7 texts, 2 film pages
NL

“Het is veel plezieriger om naar theater te kijken dan om theater te maken, en het is veel plezieriger om film te maken dan naar film te kijken, omdat film een veel meer geëvolueerd medium is wat lezen betreft, wat de lectuur betreft. Dat je gewoon iemand zijn gezicht, zijn voorkomen steelt, inblikt op het ogenblik dat het jou bevalt, ontroert, en dat je bij de montage ziet hoe al die berovingen bij elkaar passen. Dat je dan toch iets heel ontroerends bij elkaar kunt passen. Het is roof met wederzijdse toestemming natuurlijk, maar dat vind ik een van de mooie dingen aan film, dat je jouw kijken zichtbaar kunt maken. Dat kan bij theater vrijwel nooit, want bij theater gaat er toch altijd van alles verkeerd.” – Jan Decorte in gesprek met Dirk Lauwaert

Eind jaren zeventig maakte de Belgische theatermaker, acteur en auteur Jan Decorte (1950) twee speelfilms – Pierre (1976) en Hedda Gabler (1978), en enkele televisiefilms – (het verloren gegane) Nature morte (1976) en Witold Gombrowicz: voorvallen, avonturen (1977), een oeuvre getypeerd door filmische spaarzaamheid en lichtheid, gededramatiseerde theatraliteit en een afkeer van het spectaculaire. Na de voltooiing van deze films maakte Decorte geen films meer; hij had naar eigen zeggen genoeg van de productionele rompslomp en filmcritici die zijn werk niet serieus namen. Hij zou voornamelijk bekendheid als theatermaker verwerven. In de jaren tachtig maakte hij wel nog twee korte televisiedocumentaires: Jean-Luc Godard: mal vu, mal dit (1984) en Golden Eighties (1986), over Chantal Akermans gelijknamige film. De verwantschap met Akerman was groot. Hij speelde ook in twee van haar films: Jeanne Dielman, 23, quai du commerce, 1080 Bruxelles (1975) en Toute une nuit (1982).

Als theatermaker en acteur start Decorte in de jaren zeventig bij het theatergezelschap Het Trojaanse Paard. Begin jaren tachtig leert hij er zijn levenspartner en vaste medewerkster Sigrid Vinks kennen. In 1981 regisseert Decorte voor het Kaaitheaterfestival ‘Maria Magdalena’ van Friedrich Hebbel. Een jaar later wordt Decorte benoemd tot artistiek leider van het gezelschap. In 1987 verandert de naam van het gezelschap in Jan Decorte en Cie (later, in 1994, in Bloet). Van dan af schrijft Decorte stukken waarin klassieke teksten tot hun essentie worden herleid, poëtische verdichtingen in een eigen kindlijke taal.

Hoewel zijn carrière als cineast van korte duur was, is ook in zijn filmisch werk een unieke démarche te bespeuren, het resultaat van een zoektocht naar artistieke middelen die, binnen de voorwaarden van het medium, ook zijn theater typeerden. Over het toneelwerk van Decorte schreef dramaturge Marianne Van Kerkhoven dat er, “[o]ndanks de breuken die hij in zijn eigen lief en leed aanbracht, er doorheen [zijn] oeuvre toch een duidelijke ‘over de kloven springende’ lijn loopt, namelijk die van een zoektocht naar een steeds grotere eenvoud, naar een essentie van het theater. Is het niet het grote verlangen van elke kunstenaar om zo diep, zo intens door de eigen herhalingen heen te gaan, om het finale doel van de puurheid en de eenvoud te bereiken?” Een verlangen dat ook terug te vinden is in Decortes cinema, opgebouwd met minieme gestes en gebeurtenissen, werkzaam volgens de basisoperatoren van de filmkunst: kijken en presenteren. Zo herleidde Decorte Ibsens Hedda Gabler tot een narratief skelet, waardoor eerder de handelingen dan de psychologie van de personages van waarde worden. Acteurs leven zich niet in in hun personages, maar volgen eerder instructies, als waren het objecten naast de andere voorwerpen in het kader. Het is uiteindelijk de toeschouwer die de film tot leven “kijkt” door de vlakke beelden zelf in te kleuren en zo de vrijheid krijgt om telkens zijn eigen film te construeren. “Het moet simpel en oppervlakkig zijn,” aldus Decorte, “soms willen mensen niet onder ogen zien hoe eenvoudig het eigenlijk is.”

Deze collectie biedt een overzicht van de bij Sabzian beschikbare teksten over het filmisch werk van Jan Decorte, evenals een volledige geannoteerde filmografie.

Gerard-Jan Claes

Texts

Aantekeningen over Witold Gombrowicz en de films van Jan Decorte

Timeau De Keyser, Nina de Vroome, 2021
ARTICLE
01.09.2021
NL

In slechts drie jaar tijd ontstond het gehele oeuvre van Jan Decorte (1950) als filmmaker. Hij regisseerde het televisiespel Nature morte (1976), de langspeelfilms Pierre (1976) en Hedda Gabler (1978), en de televisiefilm Gombrowicz: voorvallen, avonturen (1977). Na de voltooiing van deze films maakte Decorte geen films meer; hij had naar eigen zeggen genoeg van productionele rompslomp en filmcritici die zijn werk niet serieus wensten te nemen. (...) Ook de Poolse auteur Witold Gombrowicz (1904-1969), onderwerp van Decortes televisiefilm, kreeg amper bijval van binnen- en buitenlandse critici en werd geregeld gemakzuchtig aan de kant geschoven.

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
12.05.2021
NL

“De hele tijd door moest ik denken aan De Metsiers van Hugo Claus en toen ik nog een heel jong adolescent was. Er is een gelijkaardige politiek in de provocatie zowel in het verhaal als in het televisiespel. Er is dezelfde inkapseling van de hele context en de verhaal-wereld in het bewustzijn van één enkele persoon. Het zijn de obsessies van de zoon die de verhoudingen in het gezin bepalen en er hun zin aan geven.”

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
12.05.2021
NL EN

Het is een intrigerende film door zijn originele opstelling in het veld van de Vlaamse filmproductie. Hier geen gooi naar een standaardnorm van technische afwerking die door geen esthetische politiek gedragen wordt. Wel een nadrukkelijk afgebakende grens, een nadrukkelijke stijl waarbinnen de hele film zich dient te ontplooien. Dit is een ongewone (bijna suïcidale) weg voor een jong (Vlaams) cineast. Zijn collega’s is het altijd weer te doen om aantrekkelijke films te maken, waarvan men zal zeggen dat ze degelijk en professioneel gemaakt zijn. Films die een officiële subsidiebeurs kunnen losmaken, maar het publiek slechts de vaststelling kunnen ontlokken dat ‘wij’ het misschien ooit ook zullen kunnen.

Dirk Lauwaert, 1979
ARTICLE
20.11.2019
NL EN

“Het is een soort acrobatische afstand, die je hier in Hedda Gabler de adem doet inhouden van spanning (er wordt prachtig gespeeld!), tot ie in een lach bevrijd zou moeten worden. Er is een proestend navertellen van een wild-onwaarschijnlijk verhaal, een kolderieke imitatie van melodramatische conflicten, een travestie van de kritische ontraadseling, die deze heel trage, rustige tegenstroming meegeeft vol versnellingen en watervallen.”

Isolde Vanhee, 2017
ARTICLE
20.11.2019
NL

We zien hoe Hedda zich verveelt, hoe ze (ertegen) vecht – ‘strijd’ is meteen ook de betekenis van de naam ‘Hedda’ –, maar we hebben het raden naar de werkelijke inzet van die strijd, naar de diepere gronden van haar verveling. Ibsen spint een fijnmazig web van verklaringen, herinneringen en intriges om haar heen, maar Decorte verweet Ibsen zijn ziekelijke drang tot intrige, schrapte enkele passages over het verleden van Hedda en vertikt het om haar gedrag te duiden. We zien haar praten, inwendig briesen, en uiteindelijk zwijgen. Enkel haar daden zijn onloochenbaar.

 
 

Jan Decorte over Hedda Gabler

Frank Zaagsma, 1979
CONVERSATION
20.11.2019
NL

“Ik hou dus niet zo van het spectaculaire. Omdat ik denk dat men altijd zo clichématig naar de dingen kijkt dat het zinloos wordt, elke betekenis moet verliezen. En ik vind het geen punt, wanneer een actrice niet echt sterft, om dan ook te tonen dat ze niet echt dood is. Ik denk niet dat je één moment volledig in de personages gelooft. Ze spelen een schijn en dat vind ik iets wat heel belangrijk is om te tonen. Ik vind het niet belangrijk of ze ademt of niet. Maar het is ook niet zo dat ik haar vraag om expres hevig te ademen. Dat laat ik aan het toeval over.”

Interview met Jan Decorte

Dirk Lauwaert, 1983
CONVERSATION
12.05.2021
NL EN

“Het is veel plezieriger om naar theater te kijken dan om theater te maken, en het is veel plezieriger om film te maken dan naar film te kijken, omdat film een veel meer geëvolueerd medium is wat lezen betreft, wat de lectuur betreft. Dat je gewoon iemand zijn gezicht, zijn voorkomen steelt, inblikt op het ogenblik dat het jou bevalt, ontroert, en dat je bij de montage ziet hoe al die berovingen bij elkaar passen.”

Film Pages