← Part of the Collection: State of Cinema

State of Cinema 2023

VERTAALD DOOR TRANSLATED BY TRADUIT PAR Katrien Vandenberghe

Toen ik de uitnodiging van Sabzian aanvaardde om een tekst te schrijven over de staat van de cinema, had ik niet verwacht dat die schrijfopdracht me zou agiteren. Ik ben geen filmcritica, ben bezig met mijn eigen vragen en ontwikkel mijn ideeën over cinema alleen vanuit de noodzaak die ik voel om films te maken op de plaats waar ik ben, en ik besefte dan ook dat ik onmogelijk een betoog kon formuleren met de ambitie voor en namens allen te spreken.

Om met succes alle velden van de hedendaagse cinema te bestrijken zou je trouwens een uitermate scherpe blik nodig hebben en zelfs begiftigd moeten zijn met een alomtegenwoordigheid die in de buurt komt van magie.

Uiteraard is er niet één cinema. Eigenlijk moet ik zeggen dat de cinema die me het meest interesseert, gemaakt wordt ver van het verblindende licht van machtscentra, ver van de plekken waar regels worden uitgevaardigd en waar men soms pretendeert te weten wat je moet zeggen en doen en hoe.

De cinema die me altijd het meest heeft geïnteresseerd en die me voedt, is cinema die soms rustig de tijd neemt en op zich laat wachten. Het is film die doorgaans in de schaduw wordt gemaakt, in de marge, in de randgebieden van de wereld; film die misschien over tien, twintig, ja dertig jaar zal worden ontdekt en die waarschijnlijk een juister beeld van onze tijd zal geven dan wat we zelf konden zien.

Een paar jaar terug had ik in de bioscoop een leerzame ervaring toen ik de eerste film van Sarah Maldoror ontdekte. Ik wilde het werk van deze Franse cineaste, over wie ik maar weinig had gehoord, in optimale omstandigheden leren kennen. Dus woonde ik in mijn eentje die privévertoning in de hoofdzaal van een Parijse bioscoop bij. Het ging om een niet-gerestaureerde kopie van haar eerste werk, Monangambé, een van de eerste films die in Afrika zijn gedraaid, waarin de problematiek van het folteren benaderd wordt vanuit het standpunt van een militant vrijheidsstrijder.

Het was frustrerend maar tegelijk fascinerend om de film in die ongerestaureerde versie te leren kennen, want de spookachtige schoonheid ervan kwam er haast nog beter door uit. Het hier en daar haast wazige beeld viel in sommige scènes bijna weg. Ik moest mijn oren spitsen om flarden van een o zo poëtische tekst te horen die door de hoofdfiguur werd uitgesproken. De langverbeide stem van een zwarte man in close-up die het koloniaal systeem aanklaagde in een tijd waarin het zowat een misdaad was om de euvele moed op te brengen openlijk gewag te maken van het zelfbeschikkingsrecht van gekoloniseerde volkeren, werd in deze ongerestaureerde kopie nagenoeg onhoorbaar.

Zelfs met die lacunes werd ik toch getroffen door de schoonheid van deze film, waarmee ik bijna een halve eeuw nadat hij was uitgekomen kennismaakte. Op deze film had ik gewacht, besefte ik toen. Ik had geschiedenis gestudeerd en de cinema enkel ontdekt vanuit het standpunt van de blanke, de witte man, degene die historisch gezien het verhaal monopoliseerde, en EINDELIJK ontdekte ik de film van een vrouw, een zwarte vrouw, die de geschiedenis vertelde vanuit een nieuw perspectief en op een plek waar films zich tot op dat moment maar zelden hadden gewaagd. Na Monangambé heb ik het hele werk van Sarah Maldoror mogen ontdekken. Dat werk is inmiddels iets makkelijker toegankelijk dankzij de hardnekkigheid, verbetenheid en vastberadenheid waarmee haar dochter haar moeders nagedachtenis eert en haar werk wereldwijde uitstraling probeert te geven. Daardoor beseffen we – frustrerend en triest genoeg met vertraging – wat ze ons heeft bijgebracht en wat ze ontegenzeglijk voor de filmkunst heeft betekend.

En ik bedenk dat dit wellicht het beste is wat de cinema van vandaag kan doen: nieuwe wegen blijven banen én teruggaan in de tijd om al degenen die toen ze nog leefden niet goed zijn opgemerkt, te ontdekken, te eren, te koesteren en van hen te leren.

In het belang van mijn eigen films is dat een opdracht die ik mezelf geef: op de schouders klimmen van al wie er vóór mij stond en dankzij hen vérder proberen te kijken.

Sambizanga (Sarah Maldoror, 1972)

Elk jaar verzoekt Sabzian een gast een State of Cinema te schrijven en een film te kiezen die daarbij aansluit. Eenmaal per jaar wordt zo de filmkunst tegen het licht gehouden, een uitnodiging om na te denken over wat cinema vandaag betekent, zou kunnen of moeten betekenen. Op 7 december hadden Sabzian en Bozar de eer om de Franse filmmaker Alice Diop te verwelkomen voor de State of Cinema 2023. Als begeleidende film koos Diop voor Sambizanga (1972) van Sarah Maldoror. Na haar speech volgde er een gesprek met Annouchka De Andrade.

MANIFESTO
13.12.2023
NL FR EN
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.