Rood gepoederde wangen op een gloeiend fluwelen laken

De tijd en haar bekleding in Sally Potters Orlando

“Do not fade, do not wither, do not grow old.”

Met deze zin waait de belofte van onsterfelijkheid als een sneeuwstorm de koninklijke suite binnen en laat koningin Elisabeth I Orlando (Tilda Swinton) beloven om niet langer ouder te worden. Nadat Virginia Woolf de jongeman die recht tegenover de tijd komt te staan tot leven schreef, leeft het personage verder in de verfilming van Sally Potter, waarin ze net zoals Virginia Woolf de relatie tussen mens en tijd onderzoekt.

Tijd, hoewel die met een verbazingwekkende regelmaat plant en dier levenskracht geeft en weer ontneemt, beïnvloedt niet op zulk een eenvoudige wijze de menselijke geest. Bovendien beïnvloedt de menselijke geest op een even eigenaardige manier het lichaam van de tijd.”

Aan de hand van deze mijmering probeert de alwetende verteller het levensverhaal van Orlando te reconstrueren. Wanneer de autobiograaf begint te twijfelen over de mogelijkheid van een objectief tijdsverloop, trekt ze subjectieve tijdservaringen die in de menselijke geest bestaan los van de objectieve (klok)tijd. In naam van de verteller verkiest Woolf om het verloop van de tijd te volgen zoals Orlando dat ervaart en niet zoals de klok dicteert.

Die eigenaardige manier waarop tijd en mens elkaar beïnvloeden onderzoekt ook Potter in een reeks van droomachtige composities die tijdsbeelden evoceren. Ze maakt de druk die de tijd op Orlando uitoefent voelbaar in overdadig gedecoreerde beelden. Wanneer Orlando naar de koninklijke suite wordt ontboden, ligt de koningin (Quentin Crisp) neer op het bed. Het rode fluwelen laken gloeit onder haar gepoederde wangen. Het jonge gezicht van Orlando verdwijnt haast onder de schitterende robijnen die de handen waarmee ze hem streelt bezetten, zijn rosse lokken verdrinken in de gelijkaardige kleur van de lakens. Het lijkt nog nauwelijks mogelijk een scheidingslijn te trekken tussen het gezicht van Orlando, het rode laken en de met edelstenen bezette suite.

In deze scène wordt het personage van Orlando niet alleen overspoeld door een overdaad aan kleur en ornamenten, maar gaat het gezicht van Tilda Swinton als het ware op in het kader dat haar omringt. In een schilderachtige compositie vallen alle objecten en personages harmonieus samen en geven ze uitdrukking aan de tijdgeest van het Elizabethaanse tijdperk. Wanneer de tijd echter vordert, verandert de tijdgeest van gedaante en voert Orlando met zich mee.

Tijdens de winter, wanneer het hele land bevroren is, doet Orlando zijn geliefde Sasha beloven om hem ‘s nachts op te wachten onder de klokkentoren. Terwijl het licht langzaam wegtrekt, zwelt zijn ontgoocheling aan wanneer zij niet op komt dagen. Er verschijnen barsten in het ijs, de onderdrukte rivier breekt los en duwt de ijsschotsen de toekomst in. De grond zakt als het ware onder zijn voeten weg, samen met het tijdperk van het ijs en van de liefde.

Deze nacht onthult zich als een tussenruimte waarin de ene eeuw overvloeit in de volgende. Nadat hij zijn blauwtje loopt, valt hij in een wekenlange slaap, waarin hij in zijn bed wordt overwoekerd door warme tinten van zachte kussens. De grijze winter is weggespoeld door overvloedig gouden lichtstralen, witte versierde gordijnen en de zwarte livreien van de kamerheren die hem proberen te wekken. Orlando zal in een nieuwe eeuw ontwaken.

Potter lijkt de objectieve of lineaire tijd af te beelden als een stroom waarin verschillende eeuwen elkaar opvolgen als esthetische codes die de verschijningsvorm van Orlando steeds opnieuw invullen. De tijdgeest is voelbaar in ieder borduursel en elke krul haar. Keer op keer valt ieder deel van Orlando’s lichaam in de plooi van de tijd. Zo wordt Orlando in een kader gesnoerd dat zelf wel ontwikkelt maar waarin er geen ruimte voor de persoonlijke ervaring van het personage overblijft.

Hoe kan een personage zichzelf persoonlijk ontwikkelen als het niet in staat is om zich los te scheuren van het omringende culturele kader? Een identiteit kan immers pas beginnen waar de wereld ophoudt en waar er dus een mogelijke grens getrokken kan worden. Bij Orlando, die rondloopt in gewaden waarop dezelfde edelstenen staan als op de muren en meubels rondom hem, vertroebelt die grens. Het wordt hierdoor moeilijker voor Orlando om zichzelf een betekenis te geven los van wat hem omringt. Zo illustreert Potter dat tijd niet alleen het menselijk lichaam beïnvloedt maar ook de menselijke geest. De persoonlijke ervaring van Orlando komt pas weer naar voren wanneer het personage leert om de kostuums af te werpen en de objectieve tijd te weren.

Een pruik met witte krullen dwarrelt neer op het dekbed, samen met het onderkleed. Twee handen laten druppels water op het gezicht plenzen, in een langzame tiltbeweging glijdt het kader van de wasbak naar het profiel van Orlando. Dan richt Orlando haar blik voor het eerst naar zichzelf. In de slotvormige spiegel verschijnt een naakt vrouwenlichaam. Ze wendt zich tot de kijker: “Same person, just a different sex", merkt ze op met een glimlach.

Wanneer Orlando zich uitkleedt, werpt ze de esthetische codes en de druk die de tijdgeest op haar uitoefent van zich af. In plaats van op te gaan in haar omgeving bepaalt ze haar eigen grenzen. Met het waarnemen van haar naakte lichaam geeft ze zichzelf een nieuwe betekenis. Het moment dat Orlando van geslacht verwisselt, is het eerste moment dat ze erin slaagt om het richtsnoer van de tijd te breken.

Orlando ontdekt al vlug dat haar nieuwe genderidentiteit haar ook nieuwe beperkingen oplegt. Nadat ze zich met geweld in een korset heeft laten insnoeren, blijken haar fysieke grenzen uitdrukkelijker bepaald dan tevoren. Wanneer ze als enige vrouw in een salon zit lopen de bloemen die op haar jurk geborduurd zijn over in de enorme bloemstukkken die naast de beschilderde divan staan uitgestald. Dan vraagt een heer om haar hand, zodat ze niet “moederziel alleen” en als een “oude spinster” zou eindigen, woorden die ze vervolgens bitter weer uitspuugt. Ze neemt de gewaden vast die om haar heen hangen en keert zich om. Met opgeheven kin rent ze op een doolhof af. In de eerste paar shots blijft de camera statisch en op enige afstand van Orlando, maar met dat ze blijft rennen, zet ze zelf een verandering in gang. In een reeks van steeds sneller aan elkaar gemonteerde shots vliegt de camera haar achterna, in een poging haar bij te houden. De majestueuze gouden lichtgloed gaat over in een grauwe mist. De frivole gewaden worden ingewisseld voor een zwart kleed: de volgende eeuw is aangebroken.

Orlando ontdoet zich in deze scène niet alleen van de tijd, maar lijkt zelfs het roer over te nemen. Op het moment waarop de naad tussen de verschillende brokken tijd zichtbaar wordt, scheurt ze zichzelf los. Door weg te rennen ontsnapt Orlando aan het plot waarin ze was vastgeklonken en glijdt een nieuwe klederdracht in die haar opnieuw zal definiëren. Orlando evolueert zoals een gedicht dat zichzelf herschrijft. Ze pleegt een machtsgreep op het verhaal dat over haar verteld wordt en kondigt zelf een nieuwe tijdsperiode aan.

In de jaren 1930 keert Orlando terug naar het landhuis dat ze verloor omdat ze het als vrouw niet kon bezitten. Samen met haar kind komt ze aangereden op een motorfiets met zijspan. Ze draagt een zwarte leren jas en voor het eerst als vrouw heeft ze een broek aan, een kledingstuk dat haar bewegingsvrijheid niet langer beperkt maar net bevordert. De meubels, de bomen en de zuilen hebben hun majestueuze kracht van weleer verloren. Ze zijn gewikkeld in witte doeken die alle kleur uit de omgeving wegtrekken en de fysieke contouren afvlakken. Voor de eerste keer wordt Orlando niet door haar omgeving opgeslokt, maar worden haar fysieke contouren afgebakend. Hoewel de eeuwen voor een deel haar lot bepalen, vindt ze een manier om als mens zelf het lichaam van de tijd te beïnvloeden. De subjectieve tijdservaring van Orlando doet de tijd die haar omringt terugdeinzen.

De objectieve tijd van de klok, die Woolf als antagonist in haar roman naar voren brengt, lijkt Potter voor te stellen in de imposante beelden die Orlando opslokken en in een onophoudelijke stroom de toverspreuk van de koningin opvolgen. Orlando slaagt erin om haar ervaring van tijd als leidraad in te voeren door tegen de objectieve tijd in te gaan. Dit verhaal brengt ze in een overdreven esthetische stijl die doet denken aan kitsch, waarin talloze kaarsen op de achtergrond branden en honderden edelstenen fonkelen terwijl Orlando als jongen poseert. Toch is die kitsch meer dan louter schijn. Met humor geeft Potter een reflectie op tijd, de wereld en de mens daartussenin, waarin verschillende tijdservaringen elkaar afwisselen en Orlando door de eeuwen heen verschillende identiteiten één voor één kan uitproberen, alsof hij op een catwalk paradeert.

Tijdens haar reis wordt Orlando vergezeld door een prachtige soundtrack, waarin net zoals in de beelden een overdaad aan versiering soms bijna aan barok doet denken. Binnen in dit muzikaal spektakel gedijt de stem van Jimmy Sommerville (de zanger van Bronski Beat) met zachte zuchten, stille kreetjes en een gedwee gezang. Ook Potter zelf zingt heimelijk op de achtergrond mee. Wanneer Orlando in de allerlaatste scène van de film eindelijk tot rust komt, rent haar dochter met een handcamera door een idyllisch veld. Sommerville zweeft met geopende armen boven hen, verkleed als engel met goud geschilderde vleugels lijkt hij rechtstreeks uit een kerststal te zijn gevlogen en zingt vol overtuigingskracht: “Yes, at last, at last, to be free of the past and of the future that beckons me”. In deze verschijning viert hij de kitsch, niet als iets dat hem doet verdwijnen in een decor, maar als een dresscode waarin hij straalt.

Beelden uit Orlando (Sally Potter, 1992)

ARTICLE
08.01.2025
NL
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.