2025

On Bradley Cooper’s Maestro (2023)

Gerard-Jan Claes, 2025
ARTICLE
19.03.2025
NL EN

Jean Baudrillard described obscenity as an excess of visibility, an excess of transparency in which nothing more is suggested or concealed, where there’s no room for seduction as a game of distance and mystery. Maestro succumbs to exhibitionism in this sense: Cooper forces all his effort and skill on the viewer unasked. The illusion – Cooper plays Bernstein – remains incomplete. The film is a constant reminder of the performance itself, of the blood, sweat and tears that made Maestro possible. The acting process is emphatically exposed, as if revealing something that should have remained hidden, something that doesn’t need to be seen.

Over Bradley Coopers Maestro (2023)

Gerard-Jan Claes, 2025
ARTICLE
19.03.2025
NL EN

Jean Baudrillard omschreef obsceniteit als een teveel aan zichtbaarheid, een overmatige transparantie waarin niets meer wordt gesuggereerd of verhuld, waar geen ruimte is voor verleiding als een spel van afstand en mysterie. Maestro lijdt in die zin aan exhibitionisme: Cooper dringt de kijker ongevraagd al zijn inspanning en kundigheid op. De illusie – Cooper speelt Bernstein – blijft onvolledig. De film herinnert voortdurend aan de prestatie zelf, aan het bloed, zweet en tranen die Maestro mogelijk maakten. Het acteerproces wordt nadrukkelijk blootgelegd, alsof iets wordt onthuld dat verborgen had moeten blijven, iets dat niet gezien hoeft te worden.

De platte jungle (Johan van der Keuken, 1978)

Gerard-Jan Claes, 2025
ONE DAY, A FILM
26.02.2025
NL EN

Steeds vaker wordt er in de filmzaal gelachen bij elk type film, of het nu een Holocaustdrama, een gewelddadige film noir of een essayistische documentaire betreft. Zo merkte ik onlangs in CINEMATEK dat De platte jungle (1978) van Johan van der Keuken, een documentaire over de Waddeneilanden en hun bewoners, een gevarieerd repertoire uitlokte: grinniken, proesten, giechelen en, af en toe, een licht onderdrukt smalend lachen.

The Flat Jungle (Johan van der Keuken, 1978)

Gerard-Jan Claes, 2025
ONE DAY, A FILM
26.02.2025
NL EN

More and more, there is laughing in the cinema regardless of the type of film – whether a Holocaust drama, a violent film noir, or an essayistic documentary. Recently, at CINEMATEK, I noticed that Johan van der Keuken’s The Flat Jungle (1978), a documentary about the Wadden Islands and their inhabitants, drew out a varied repertoire of bemusement: chuckles, snickers, giggles, and, at times, a faintly suppressed derisive laugh.

Over Anora (2024) van Sean Baker

Tillo Huygelen, 2025
ARTICLE
19.02.2025
NL

Anora (Ani) komt terecht in een wereld van wankele, komische personages – de miljardairszoon, de goon, de gangster… Rollen die in cinema al lang niet meer zo geijkt zijn maar bij Baker op een eigenaardige manier een revival beleven. Zijn personages lijken hun rollen voortdurend af te tasten, alsof ze een nieuw kostuum passen. De intimiderende, gespierde bodyguards blijken het best goed te bedoelen, en zelfs Vanya, de miljardairszoon, heeft iets uitgesproken aandoenlijks. Anders dan bij de Safdie-broers, waar de eindeloze molen van ongebreideld kapitalisme voor de toeschouwer claustrofobisch en ongemakkelijk voelt, zoekt Baker eerder de weg van verzoening.

Pleidooi voor een uitweg

Peter Verstraten, 2025
ARTICLE
05.02.2025
NL

Ofschoon Nederlanders een zekere trots etaleren op tal van terreinen – van schilderkunst (Rembrandt, Vermeer) tot voetbal (Cruyff, Gullit); van de Deltawerken tot dj’s (Tiësto, Martin Garrix) – laten ze zich zelden voorstaan op de in de eigen taal gesproken cinema. Sceptici hadden redenen te over om te schamperen over het vermeend ondermaatse niveau van de Nederlandse speelfilm toen het Britse onderzoeksbureau Olsberg SPI op het Nederlands Film Festival in september 2023 zijn rapport over de staat van de cinema in vijf Europese landen presenteerde.

Ellen Vermeulen over Une femme qui part (2024)

Gerard-Jan Claes, Dagmar Teurelincx, 2025
CONVERSATION
29.01.2025
NL

In 1952 beklom Marie-Louise Chapelle als eerste Franse vrouw een onbetreden top in het Himalayagebergte. Vijftig jaar lang leidde ze een dubbel leven: de ene helft van het jaar woonde ze samen met haar man en kinderen in een traditioneel gezinsverband, de andere helft bracht ze door in de ongerepte hoogten van het gebergte. In 2022 volgde filmmaker Ellen Vermeulen haar voetsporen naar de Himalaya om Chapelles levensverhaal beter te doorgronden. Vermeulen: “Ik zou naar die ene plek gaan, de top van de Déodakni, op 6.075 meter hoogte. Het leek dé plek waar ik het dichtst bij haar zou kunnen komen. Ik heb dat intuïtieve verlangen om daar te filmen nooit in twijfel getrokken. Ik vind het idee van iets herhalen heel mooi. Iets opnieuw doen, in een andere tijd, en in die herhaling iets trachten terug te vinden.”

Een gesprek met Alain Guiraudie en gedachten over Miséricorde (2024)

Nina de Vroome, 2025
ARTICLE
29.01.2025
NL

Guiraudie schept duidelijk plezier in het bespelen van zijn publiek. Ik heb honderden vragen, maar elke vraag ontspringt hij routineus. Hij danst met een ondeugend lachje. Misschien is dit waarom ik zijn oeuvre zo fascinerend vind – het is ongrijpbaar. Toch is er ook frustratie. Misschien is er niet zozeer een verborgen visie, maar veeleer een techniek. Zelf situeert hij zich tussen Eric Rohmer en Bruno Dumont in. Ik zie ook Alfred Hitchcock, die haast stoïcijns zijn films in elkaar schroeft als een ingenieus radarwerk, waarin ieder shot en elke zin een ander radartje doet draaien.

Traveling as Method in the Work of Ulrike Ottinger

Marlena von Wedel, 2025
ARTICLE
22.01.2025
EN

The incredible vastness and unpredictability of Ottinger’s imagery is what makes up its quality, so any attempt to describe her work can only seem reductive. And yet it seems worthwhile to observe closely the overlapping of the queer, the ethnographic, the fictional and the documentary bundled in the artist’s incessant travel interest. Ultimately, it is precisely the entanglement of these views that is the great artistic contribution of Ottinger’s life work.

John Ford’s Flowers

Oscar Pedersen, 2025
ARTICLE
15.01.2025
EN

As one discovers and rediscovers Ford’s films, each gesture, each flower, carries the memory of those that came before and the anticipation of those yet to come. Every act is imbued with the weight of it all. Ford, of course, never emphasizes such symbols too strongly. Instead, he allows them to unfold naturally and with sincerity: Shirley Temple putting a few handpicked flowers in Victor McLaglen’s hand in Wee Willie Winkie (1937), the title card in Just Pals (1920) that reads “Will you give him these flowers so he’ll know that I am thinkin’ of him?”, John Wayne declaring his love by handing a bouquet to Maureen O’Hara in Rio Grande (1950) or offering a single yellow buttercup flower in The Quiet Man (1952). Ford is romantic, and that’s his strength.

Ulrike Ottinger, 2025
Introduction by Marlena von Wedel
ARTICLE
15.01.2025

In preparation for her projects, Ottinger produces thick books, in which visual and literary snippets are collected in a cut-and-mix collage technique. Some of these only contain script, others are collections of photographs, people, objects, poems, or any information on how a certain mood might be created. Often, they are not only work books but also travel diaries with vocabulary of the other language, maps, phone numbers, important addresses or notes.

De tijd en haar bekleding in Sally Potters Orlando

Merlijn Beullens, 2025
ARTICLE
08.01.2025
NL

Potter lijkt de objectieve of lineaire tijd af te beelden als een stroom waarin verschillende eeuwen elkaar opvolgen als esthetische codes die de verschijningsvorm van Orlando steeds opnieuw invullen. De tijdgeest is voelbaar in ieder borduursel en elke krul haar. Keer op keer valt ieder deel van Orlando’s lichaam in de plooi van de tijd. Zo wordt Orlando in een kader gesnoerd dat zelf wel ontwikkelt maar waarin er geen ruimte voor de persoonlijke ervaring van het personage overblijft.