Tremor is driven by the voices that run through it – the voices of poets and madmen, of a mother or a child. From reflexive thought to spontaneous account, from witness statement to fiction, in turn they talk about their experience of violence and war. We listen to them while our gaze is taken to places and scarred landscapes that are impossible to place. Noises from elsewhere filter through. The image becomes distorted and porous. Music starts to play. The film hones in on the presence of a pianist, before diffracting again... Tremor is a sensory journey between memory and nightmare. An act of resistance.
Annik Leroy
“Es ist immer Krieg is the subtitle of Tremor. Four words. An extremely short sentence from Malina by Ingeborg Bachmann, which evokes many interpretations. But for me, they stand for inner conflict and not being able to reconcile with the wars of the past or present. There are no images recorded in conflicts here, because it’s up to me to create my own images. All fascist powers interpellate me; they challenge me, and ensure that I cannot be irresponsible.”
Annik Leroy
“Since long have I pondered the question of where fascism has its origin. It is not born with the first bombs, neither through the terror one can describe in every newspaper … its origin lies in the relations between a man and a woman, and I have tried to say … in this society there is war permanently.”
Ingeborg Bachmann
“In Tremor vertrekt Leroy niet van één persoon, zoals in haar installatie rond Ulrike Meinhof, maar wel van verschillende personen. Poëten, zoals Pier Paolo Pasolini of Ingeborg Bachmann, die elk hun stempel drukten op de recente Europese geschiedenis. Maar ook minder bekende beeldenmakers, zoals Fernando Nannetti of Barbara Suckfüll, die hun sporen achterlieten in de marge van de art brut. Deze film beweegt tussen het engagement en de beperking. Het is een gevecht tussen het lichaam en de wereld. Hij desoriënteert en geeft houvast.
Het kantelende beeld waarmee Leroy haar film opent zet je direct op de vulkaan, bij de trilling, bij de aarde die zich binnenstebuiten keert. Leroy stuurt mijn gedachten naar beelden uit films van anderen, Italianen meestal: naar een wanhopige Ingrid Bergman op de rand van de vulkaan in Rosselini's Stromboli, naar de stilte voor de storm in Visconti's La Terra Trema, naar het nieuwe begin na de komst van de Messias op het einde van Pasolini's Teorema. Terwijl ik mijn gedachten de vrije loop laat, hoor ik in Tremor de stem van de laatste, in 1975, het jaar van zijn dood. Hij heeft het over het sacrale, over de macht van zijn tijd, over de terugkeer van Hitler en Himmler, over consumentenwaarden. (...)
Een tremor is niet enkel de trilling van de aarde, maar ook die van het lichaam. Leroy filmt de trilling van de taal, die van intellectuelen als Pasolini en Bachmann, die van outsiders als Fernando Nannetti en de monumentale graffiti die hij kerfde in de muren van de psychiatrische instelling waar hij verbleef in Volterra. Ze filmt de bewegingen van de pianist die niet enkel zijn handen, maar indien nodig ook de ellebogen inzet voor de muziek van Giacinto Scelsi. Ze filmt het handschrift en het Brusselse dialect van de moeder. Op zo'n moment maakt Leroy de trilling van de aarde fysiek. Dit is niet de geschiedenis van een ander. Dit is de geschiedenis van een lichaam. Wat erin zit moet eruit.”
Pieter Van Bogaert1
- 1Pieter Van Bogaert, “Leven op een vulkaan,” H ART 170, mei 2017, 26.