3 januari 2024

Francis Alÿs’ Children’s Games

Children’s Game #27: Rubi (Francis Alÿs, 2021)

Mijn moeder komt me voor een paar dagen bezoeken in Brussel. Ik leid haar rond in mijn stad en neem haar mee naar de tentoonstelling van Francis Alÿs, Children’s Games in WIELS. Wanneer we de ruimte binnenkomen, worden we overspoeld door kinderstemmen, alsof we een speelplaats betreden. In het donker hangen schermen waar je tussendoor kunt wandelen om de verschillende video’s te zien. Ieder scherm laat een spel zien, gespeeld door kinderen ergens ter wereld. De geluiden van al deze video’s buitelen over elkaar heen. Ik voel me overweldigd, want het is al lang geleden dat ik me zonder terughoudendheid in het kindergewoel gooide is al lang geleden. De chaos van spelende kinderen heeft iets verontrustends; er wordt veel geschreeuwd, gegild en geroepen en het duurt altijd even voordat je kunt inschatten of het om onschuldig enthousiasme gaat of dat er een interventie noodzakelijk is. De energie van een speelplaats oscilleert tussen passionele geestdrift en baldadige opwinding, waar diepe concentratie stilletjes tussendoor sluipt; wanneer we het rumoer om ons heen laten spoelen en een scherm bekijken, zien we dat kinderen hun spel heel serieus nemen.

Een aantal Deense kinderen houden elkaars hand vast en maken zo een lange slinger, om zich dan tussen elkaar door te bewegen. Wanneer ze hopeloos met elkaar in de knoop liggen, roepen ze om hun “moeder”; een kind dat de taak heeft gekregen om het kinderkluwen te ontwarren. De manier waarop Alÿs al deze kinderen filmde is simpel, zonder opsmuk, maar met een doeltreffendheid die indruk maakt. We zien de eenvoud van kinderspel met de aandacht die het verdient.

Terwijl ik rondkijk word ik me ervan bewust dat mijn eigen moeder mij ook vaak heeft zien spelen. Vroeger was haar aanwezigheid een voorwaarde om op te kunnen gaan in een spel. Altijd hield zij een half oog gericht op mij. Ik eiste haar aandacht op, tot ik ouder werd en me emancipeerde van haar veilige blik. We wilden alleen nog buiten spelen en iedere volwassene werd een spelbreker. We hadden onszelf onafhankelijk verklaard van onze ouders – ook al was het maar als spel. Daarom is het uitzonderlijk dat Alÿs zo dichtbij mocht komen en de kinderen zelfs kon filmen. Nu wij het voorrecht hebben om kinderen te mogen zien spelen, besef ik hoe mijn verlangen naar spel zonder mijn moeders aanwezigheid voor haar een breuk betekende, het ontstaan van een definitieve afstand. Maar nu kijken we samen vanaf de kant van volwassenheid naar kinderen die zich voor ons allebei aan de overkant bevinden. Ongemerkt had ik me van een afgescheiden speelveld bewogen naar een volwassen leven dat nog verder verwijderd was van mijn moeder, maar waarin we elkaar weer werkelijk kunnen ontmoeten, zoals wanneer we samen kijken naar spelende kinderen.

Nadat we alle schermen een voor een hebben bezocht, klinkt het geroezemoes van alle kinderstemmen veel genuanceerder; het is niet langer het geluid van zomaar een speelplaats, maar van een speelruimte die kinderen van over heel de wereld samenbrengt. We horen het zoemen van muggenlokkers, de regen die valt op de rug van geverfde slakken, maar ook de imitatie van het luchtalarm zoals dat klinkt in Oekraïense steden. Het spel is soms ook een manier om de harde werkelijkheid op een afstand te houden. 

Children’s Games is een etnografische documentatie van kinderculturen. Elk spel heeft zijn eigen traditie, vindt plaats binnen een politiek systeem en in een ecosysteem. De kinderen maken heel inventief gebruik van natuurlijke elementen, ze ontwijken verboden, herschrijven regels en reageren op hun eigen cultuur, die steeds doorschemert in hun spel. Het spel van kinderen toont iets fundamenteels over de wereld waarin zij leven.

Wanneer we terug naar mijn appartement wandelen zie ik wankele tegels, loshangende draden en gebroken ruiten op een nieuwe manier. Niet als defect maar als uitnodiging: juist een kind weet hoe de rafelranden van de urbane ruimte bespeeld kunnen worden. Ik herinner me hoe wij zelfs in een Nederlands dorpje op ideeën kwamen. We namen een baksteen en verpakten die in cadeaupapier, legden het pakket op de stoep en observeerden vanuit het zolderraam hoe voorbijfietsende volwassenen het snel in hun fietstas wipten of het gretig openscheurden en dan beschaamd om zich heen keken. Kinderstreken zijn vaak een vorm van antropologisch onderzoek. Maar in de Brusselse straten komen we geen enkel kind tegen. Waar spelen de kinderen in mijn stad? Omgeven door het chaotische stadsverkeer vertelt mijn moeder hoe ze op straat speelde in het dorpje waar ook ik ben opgegroeid. Wij blijven veilig op het trottoir. Wij blijven dorpelingen.

Beeld uit Children’s Game #27: Rubi (Francis Alÿs, 2021) | Copyright Francis Alÿs, Courtesy Galerie Peter Kilchmann, Jan Mot & David Zwirner Gallery

ONE DAY, A FILM
26.06.2024
NL EN
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.