Gerard-Jan Claes

Gerard-Jan Claes (Belgium, 1987) is a filmmaker, lecturer, author, both founder and artistic director of the cinephile platform Sabzian, and co-founder of the independent film distributor Avila. As a filmmaker, he collaborates with Olivia Rochette (Belgium, 1987). Their shared filmography consists of Because We Are Visual (2010), Rain (2012), Grands travaux (2016), Mitten (2019) and Kind Hearts (2022). Since 2009, the duo provides audiovisual work for choreographer Anne Teresa De Keersmaeker and her dance company Rosas. Claes teaches at P.A.R.T.S. and LUCA School of Arts. You can find more information on their films on their website.

Il Cinema Ritrovato 2023

Gerard-Jan Claes, Steven Jacobs, Jonathan Mackris, 2023
ARTICLE
22.11.2023
NL EN

Drie bezoekers van Il Cinema Ritrovato bespreken drie films die ze dit jaar op het festival zagen en die hen bijbleven.

Il Cinema Ritrovato 2023

Gerard-Jan Claes, Steven Jacobs, Jonathan Mackris, 2023
ARTICLE
22.11.2023
NL EN

Three Il Cinema Ritrovato visitors discuss three films that they saw at this year’s festival and which stayed in their memories.

On Justine Triet’s Anatomie d’une chute (2023)

Gerard-Jan Claes, Anton Jäger, 2023
ARTICLE
15.11.2023
NL EN

In strict accounting terms, Triet’s project has an undeniable plausibility – all the elements of the grand film draw present and Anatomie is hardly shy about its quality labels. Despite its critical theory and templates, however, Triet’s film all too often falls victim to its director’s quest for recognisability: a gentrified family film cannot so easily transcend the bounds of its genre.

Over Anatomie d’une chute (2023) van Justine Triet

Gerard-Jan Claes, Anton Jäger, 2023
ARTICLE
15.11.2023
NL EN

Puur boekhoudkundig lijkt Triets film nochtans foutloos; alle elementen van de grand film tekenen present en Anatomie wil zijn kwaliteitslabels niet wegsteken. Ondanks de kritische theorie en handige sjablonen wordt Triet vooral het slachtoffer van haar eigen zoektocht naar herkenbaarheid: een gegentrificeerde televisiefilm overschrijdt niet gemakkelijk de grenzen van zijn genre.

On Francis Alÿs’ Children’s Games

Gerard-Jan Claes, Stéphane Symons, 2023
ARTICLE
04.10.2023
EN

The concept is as straightforward as the title suggests: the collection presents the great diversity of children’s games worldwide. For Alÿs, the Children’s Games represent a seeming caesura with his previous work. Alÿs himself is no longer on view. The performative character so central to his earlier videos has here given way to a pervasive focus on the world in front of the camera. Yet the “disappearance” of Alÿs is not a radical break and results in an intensified exploration of some of the guiding principles of his oeuvre.

On the Children’s Games

Gerard-Jan Claes, Stéphane Symons, 2023
CONVERSATION
04.10.2023
EN

I think that the children accept us because they can see that we take their game very seriously. They appreciate that. Sometimes they can see that we are not fully understanding – we, limited adults – and they will help us grasp the full logic of their actions. They want to give us the best of their skills, what Michael (Taussig) indeed calls the “mastery of non-mastery.” In all the games we filmed, the children were so much more generous than we expected. Sometimes they even protect us. They for instance make a discreet sign when they see a potential problem or danger rise on the horizon, behind the scene where the game takes place. They can see that we are so absorbed into their play that we are completely unaware of what is happening around us.

On Soy libre (Laure Portier, 2021)

Gerard-Jan Claes, Tillo Huygelen, 2023
ARTICLE
10.05.2023
NL EN

Soy libre transcends the merely biographical. Arnaud’s concrete life acquires a shimmering abstraction by becoming part of a history. In this sense, Soy libre is a classic story, a contemporary life chronicle reminiscent of the work of John Ford, whose films show that human resistance is largely determined by the social environment. A guide in a turbulent world, Arnaud seeks an answer to the question of what makes life worth living.

Over Soy libre (Laure Portier, 2021)

Gerard-Jan Claes, Tillo Huygelen, 2023
ARTICLE
01.02.2023
NL EN

Soy libre overstijgt het louter biografische. Het concrete leven van Arnaud krijgt een zinderende abstractie doordat het ingeschreven wordt in een geschiedenis. Soy libre is in die zin een klassieke vertelling, een hedendaagse levenskroniek die doet denken aan het werk van John Ford. Zoals de films van de Amerikaanse filmmaker laten zien, wordt veel van het menselijke weerwerk bepaald door de maatschappelijke omgeving. Als een gids door een woelige wereld zoekt Arnaud een antwoord op de vraag wat het leven dan de moeite waard maakt.

About Il Cinema Ritrovato 2022

Gerard-Jan Claes, Bram Van Beek, 2022
ARTICLE
14.09.2022
NL EN

Perhaps this is what makes the festival so unique: the frenetic search for meaning so typical of the festival circuit, shirking real risks in programming, is largely avoided here. Is that just because of the “old” films? Not quite. Strange as it may sound, Il Cinema Ritrovato is a festival where films are not only programmed but also actually watched.

Over Il Cinema Ritrovato 2022

Gerard-Jan Claes, Bram Van Beek, 2022
ARTICLE
14.09.2022
NL EN

Misschien maakt dit het festival zo uniek: de krampachtige zoektocht naar betekenis die het festivalcircuit typeert, waarbij échte risico’s in de programmatie uit de weg gegaan worden, wordt hier grotendeels vermeden. Ligt dat enkel aan de “oude” films? Niet echt. Hoe vreemd het ook mag klinken, Il Cinema Ritrovato is een festival waar films niet alleen geprogrammeerd maar ook daadwerkelijk bekeken worden.

An Interview with Gus Van Sant

Nina de Vroome, Gerard-Jan Claes, 2022
CONVERSATION
06.04.2022
NL EN

This year, the American film director Gus Van Sant created his first stage production called Trouble, a musical about Andy Warhol. On the occasion of the premiere in De Singel in Antwerp, Sabzian has a conversation with Van Sant to talk about four films that marked a period of formal experimentation in his oeuvre: Gerry (2002), Elephant (2003), Last Days (2005) and Paranoid Park (2007). Gus Van Sant: “The blocking itself is the main feature of the scene. When you’re using a storyboard, you’re adapting the locations and the actors to the storyboard, which is already fixed when the characters come in the frame. This is the main reason I started to work without a storyboard because the characters can work the scene better. They can make things happen within that timeframe as opposed to working with single shots.”

Een interview met Gus Van Sant

Nina de Vroome, Gerard-Jan Claes, 2022
CONVERSATION
06.04.2022
NL EN

De Amerikaanse filmregisseur Gus Van Sant maakte vorig jaar zijn eerste theaterproductie, Trouble, een musical over Andy Warhol. Bij de première van het stuk in De Singel in Antwerpen sprak Sabzian met Van Sant over vier van zijn films die samen een periode van vormelijk experiment betekenen binnen zijn oeuvre: Gerry (2002), Elephant (2003), Last Days (2005) en Paranoid Park (2007). Gus Van Sant: “Het afbakenen is het belangrijkste kenmerk van een scène. Wanneer je een storyboard gebruikt, pas je de locaties en de acteurs aan aan het storyboard, dat al vastligt wanneer de personages in beeld komen. Dat is de belangrijkste reden waarom ik zonder storyboard ben gaan werken, omdat de personages dan beter in de scène zitten. Ze kunnen dingen laten gebeuren binnen een tijdsbestek en dat lukt niet wanneer je met losse shots werkt.”

Interview met Nina de Vroome over Globes

Gerard-Jan Claes, 2021
ARTICLE
29.09.2021
NL

De filmpraktijk is voor De Vroome zowel een alibi voor ontmoetingen als een levensmodus. Het is maar via de camera en de microfoon, via vormen, dat de wereld, een wereld, lijkt te ontstaan. In haar nieuwe film Globes bekijken we die wereld vanuit het standpunt van bijen. De Vroome: “In de kleuren van de raten zie je het landschap weerspiegeld. Iedere cel in de raat heeft een andere kleur, door de pollen van verschillende bloemen. De raat biedt een beeld van het landschap, van de wereld rondom. Dat is één manier van kijken die de bijen aanreiken. De film is een verzameling van visies op het landschap, de cultuur en de geschiedenis die samen een soort lappendeken vormen.”

Herman Asselberghs, Gerard-Jan Claes, Rebecca Jane Arthur, 2021
CONVERSATION
07.07.2021
NL EN

In the series ‘One Spectator Among Others’ Herman Asselberghs and Gerard-Jan Claes invite various passionate film lovers to elaborate on their viewing practice by email. Filmmakers, artists, critics, researchers, authors, programmers, cinemagoers, TV enthusiasts, Netflixers, YouTubers, torrent users... After the first instalment with Herman Asselberghs, we continue the series with Rebecca Jane Arthur, a Scottish visual artist, living in Brussels. She is co-founder of elephy, a production and distribution platform for film and media art based in Brussels.

Herman Asselberghs, Gerard-Jan Claes, Rebecca Jane Arthur, 2021
CONVERSATION
07.07.2021
NL EN

In ‘Een kijker onder de anderen’ laten Herman Asselberghs en Gerard-Jan Claes via e-mail allerlei gepassioneerde filmliefhebbers uitvoerig aan het woord over hun kijkpraktijk. Filmmakers, kunstenaars, critici, onderzoekers, auteurs, programmatoren, bioscoopbezoekers, tv-fanaten, netflixers, youtubers, torrentgebruikers,… Na de eerste aflevering met Herman Asselberghs zetten we de reeks voort met Rebecca Jane Arthur, een Schotse beeldend kunstenares die in Brussel woont. Naast haar artistieke praktijk werkt Arthur als producent, schrijver, copy-editor en vertaler. Ze is ook medeoprichter van elephy, een productie- en distributieplatform voor film- en mediakunst gevestigd in Brussel.

Christopher Nolans Tenet

Gerard-Jan Claes, Anton Jäger, 2020
ARTICLE
04.11.2020
NL EN

Tenet is zowel Nolans beste als slechtste film. De beste, omdat de regisseur hier voor het eerst ten volle zijn eigen holle doos lijkt te omarmen; maar ook de slechtste, omdat net die resten van het inhoudelijke de film uiteindelijk tot de nederlaag veroordelen. De formalist die niet uit de kast wilde komen, of de pornograaf die geen porno durfde te maken: ziedaar de formule van Tenet.

Christopher Nolan's Tenet

Gerard-Jan Claes, Anton Jäger, 2020
ARTICLE
04.11.2020
NL EN

Tenet is both Nolan’s best and worst work to date. The best, because the film is his first earnest embrace of his hollow box, his first explicit love letter to emptiness. But it is also the worst, because it is precisely those remnants of content which ultimately condemn the film to its defeat. Nolan is the formalist who dared not speak his name, a manqué mannerist, afraid that the day of his outing would also be his last. The pornographer who would not make porn: this is Tenet’s formula.

Herman Asselberghs, Gerard-Jan Claes, 2020
CONVERSATION
02.09.2020
NL FR EN

In the series ‘One Spectator Among Others’ Herman Asselberghs and Gerard-Jan Claes invite various passionate film lovers to elaborate on their viewing practice by email. Filmmakers, artists, critics, researchers, authors, programmers, cinemagoers, TV enthusiasts, Netflixers, YouTubers, torrent users... The series takes off with Herman Asselberghs as guinea pig. He makes films, writes about film, teaches at the film department of LUCA School of Arts/Sint-Lukas Brussels and is co-founder of the artist-run production and distribution platform Auguste Orts.

 
Herman Asselberghs, Gerard-Jan Claes, 2020
CONVERSATION
02.09.2020
NL FR EN

In ‘Een kijker onder de anderen’ laten Herman Asselberghs en Gerard-Jan Claes via e-mail allerlei gepassioneerde filmliefhebbers uitvoerig aan het woord over hun kijkpraktijk. Filmmakers, kunstenaars, critici, onderzoekers, auteurs, programmatoren, bioscoopbezoekers, tv-fanaten, netflixers, youtubers, torrentgebruikers,… De reeks gaat van start met Herman Asselberghs als proefkonijn. Hij maakt films, schrijft over film, geeft les in de filmopleiding van LUCA School of Arts/Sint-Lukas Brussel en is medeoprichter van het productie- en distributieplatform Auguste Orts.

 
Herman Asselberghs, Gerard-Jan Claes, 2020
CONVERSATION
02.09.2020
NL FR EN

Dans « Un spectateur parmi d’autres », Herman Asselberghs et Gerard-Jan Claes invitent par email toutes sortes de passionnés du cinéma à évoquer en détails leur pratique de spectateur. Cinéastes, artistes, critiques, chercheurs, auteurs, programmateurs, spectateurs en salles, fans de télévision, netflixeurs, youtubeurs, utilisateurs de torrents... La série commence avec Herman Asselberghs comme cobaye. Herman réalise des films, écrit sur le cinéma, enseigne le cinéma à LUCA Bruxelles et fait partie de la plateforme de production et de distribution Auguste Orts.

 
 

Le jeune Ahmed van Jean-Pierre en Luc Dardenne

Gerard-Jan Claes, 2020
ARTICLE
26.02.2020
NL

De afwezigheid van bijschriften is een weigering van de Dardennes om hun personages te laten opgaan in de spektakelwereld van abstracties. Le jeune Ahmed neemt om die reden een unieke positie in in hun oeuvre. Ahmed is bevangen door ideeën, door de abstractie van religie. Hij beweegt zich in een wereld met bijschriften. Het jihadisme als begrip dat leeft in krantenkolommen en nieuwsprogramma’s, is niet louter abstract maar kent voor Ahmed een werkelijkheid als abstractie. Ondanks het gevaar dat hun personages pionnen dreigen te worden in een bewijsvoering, omarmen de Dardennes de gladheid van het discours. Daarbij roept Le jeune Ahmed ook een esthetische vraag op: hoe houdt een film met een actueel uitgangspunt stand als werk?

Over Frieda Grafe’s filmkritiek

Gerard-Jan Claes, 2020
ARTICLE
29.01.2020
NL

Frieda Grafe noemde haar kritieken treffend “beschreven films”, omdat ze, zo merkt Irmela Schneider op, “het gebaar van de criticus als leermeester en rechter vermeed en zich concentreerde op het voor de lezer inzichtelijk en levendig maken van haar manier van kijken naar films.” Geen kritiek vanuit vooropgestelde kaders, geen theoretische orthodoxie maar vermenging van zinnelijke en intellectuele associatie. Grafe schreef suggestief en evocatief, met woorden en zinnen die gewikt en gewogen werden. “Ik probeer de algemene kleur van een film voor de lezer te reconstrueren uit mijn indrukken en inzichten om hem of haar zelf tot conclusies of veronderstellingen te brengen.”

Olivier Assayas’ Doubles vies

Gerard-Jan Claes, 2019
ARTICLE
24.06.2020
NL EN

Why is Olivier Assayas’ Doubles Vies (2018) so fresh? And why does the film feel both contemporary and uncontemporary? 

Quentin Tarantino’s Once Upon a Time... in Hollywood

Gerard-Jan Claes, Anton Jäger, 2019
ARTICLE
02.10.2019
NL

Tarantino’s cinema is er een die de werkelijkheid africht, letterlijk en figuurlijk; de gruwelijkste moord van de jaren zestig wordt voorkomen door twee filmische helden die de hippies afslachten. Hollywood behoudt hier bijna op lachwekkende wijze zijn onschuld. Passievol streeft Tarantino naar het herstel van kijkerschap, de herwaardering van de geproblematiseerde blik.

A Conversation with Valeska Grisebach

Gerard-Jan Claes, Arthur Theyskens, 2019
CONVERSATION
26.06.2019
NL EN

During her visit to Belgium this spring, Sabzian spoke with Valeska Grisebach, director of Mein Stern (2001), Sehnsucht (2006) and Western (2017). Grisebach: “It just sometimes really takes my breath away. The beauty of simple material without invention, the contact between the camera and the material: a human, a face, light, atmosphere... On the one hand there is this story or plot, a reference to the idea of fiction, or to old legends and stories people bring to the project... But at the same time, I also want to lose control and get to something you can’t understand or sort out immediately. You could say it’s about a refusal to place the characters, the world depicted, “under restraint.””

Een gesprek met Valeska Grisebach

Gerard-Jan Claes, Arthur Theyskens, 2019
CONVERSATION
26.06.2019
NL EN

Tijdens haar bezoek aan België dit voorjaar sprak Sabzian met Valeska Grisebach, regisseuse van Mein Stern (2001), Sehnsucht (2006) en Western (2017). Grisebach: “Soms vind ik het simpelweg adembenemend. De schoonheid van eenvoudig materiaal zonder verzinsels, het contact tussen de camera en het materiaal: een mens, een gezicht, licht, sfeer, …  Dus aan de ene kant is er een verhaal of een plot, een verwijzing naar het idee van fictie of naar oude legendes en verhalen die mensen meebrengen naar het project … Maar tegelijkertijd wil ik ook de controle verliezen en tot iets komen dat ik niet onmiddellijk begrijp of kan oplossen. Je zou kunnen zeggen dat het gaat om een weigering om de personages, de wereld die wordt getoond, op te sluiten.”

Out of Place, Out of Time

Gerard-Jan Claes, Anton Jäger, 2019
ARTICLE
05.06.2019
NL

Zo heeft het hele gebeuren iets miraculeus. Het vertelt het verhaal van een representatie die sneller is dan de werkelijkheid. Het evenement in het stadion representeert die representatie, brengt ze ten tonele, als in een ongevaarlijke verdubbeling. Doordat de beelden meteen zichtbaar zijn, wordt zowel Lil Nas X als het publiek getroffen door de bevreemdende observatie dat het heden zich hier tot geschiedenis verheft. Het maakt van het filmpje een ongevraagde metafoor voor het hele “Old Town Road”-fenomeen.

Olivier Assayas’ Doubles vies

Gerard-Jan Claes, 2019
ARTICLE
17.04.2019
NL EN

Waarom is Olivier Assayas’ Doubles vies (2018) zo fris? En waarom voelt de film zowel eigentijds als oneigentijds aan?

Hannes Verhoustraete over Un pays plus beau qu’avant

Gerard-Jan Claes, 2019
CONVERSATION
03.04.2019
NL

In december 2018 ging de eerste langspeelfilm van de Brusselse filmmaker Hannes Verhoustraete, Un pays plus beau qu’avant (2019), in avant-première in de Beursschouwburg te Brussel. De film volgt de omzwervingen van Jean-Simon, een Brusselse kleinhandelaar van Congolese origine die zich tracht te handhaven in de informele economie van de hoofdstad. Verhoustraete: “Hoewel [een] concrete [politieke] urgentie zeer aanwezig is, blijven we in de film dichter bij de persoonlijke hoogdringendheid van het leven van Jean-Simon. Een urgentie die soms rond 20 euro draait, rond eten en de dag doorkomen. Ik wilde die werkelijkheid vervolgens koppelen aan een systemische dimensie, het kleine met het grote verbinden. Ik denk dat ik eerder op zoek was naar een schizofrenische ‘blik in spreidstand’.”

x

PRISMA
20.02.2019
NL

Stijn Coninx’ Niet schieten (2018) opent met de pancarte “Gebaseerd op waargebeurde feiten”. In de eindgeneriek staat iets anders: “Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval.” 

Pierre Reverdy, 1918
Translated by Adrian Martin
Introduction and compilation by Gerard-Jan Claes
ARTICLE
19.09.2018
NL FR EN

The Image by the French surrealist writer Pierre Reverdy originally appeared in Nord-Sud, the literary magazine he founded in 1917 with Guillaume Apollinaire and Max Jacob. The text, quoted and recut, shows up like a refrain without reference in several of Jean-Luc Godard’s films. The crux of Reverdy’s piece is that the image, as a monolithical entity that can be isolated, doesn’t exist. “I’ve always said”, Godard said, “that images don’t exist in cinema. There is always an image before and an image after.”

Pierre Reverdy, 1918
Vertaald door Gerard-Jan Claes
Introductie en samenstelling door Gerard-Jan Claes
19.09.2018
NL FR EN

L’image van de Franse surrealistische schrijver Pierre Reverdy verscheen origineel in Nord-Sud, het literaire tijdschrift dat hij in 1917 met Guillaume Apollinaire en Max Jacob had opgericht. Als een referentieloos refrein duikt de tekst geciteerd en herschikt op in verschillende films van Jean-Luc Godard. De crux van Reverdy’s stuk is dat hét beeld, als een monolithische en isoleerbare entiteit, niet bestaat. “Ik heb altijd gezegd”, zei Godard, “dat er geen beelden bestaan in cinema. Er is steeds een beeld voor en een beeld achter.”

Pierre Reverdy, 1918
Introduction et compilation par Gerard-Jan Claes
ARTICLE
19.09.2018
NL FR EN

L’image de l’écrivain surréaliste français Pierre Reverdy a paru pour la première fois dans Nord-Sud, la revue littéraire qu’il avait fondée en 1917 avec Guillaume Apollinaire et Max Jacob. Comme un refrain sans référence, le texte est cité et réarrangé dans plusieurs films de Jean-Luc Godard. Le coeur du texte de Reverdy réside dans l’idée que l’image, en tant qu’entité monolithique et isolable, n’existe pas. « J’ai toujours dit », dit Godard, « que, dans le cinéma, il n’y avait pas d’images. Il y a toujours une image avant et une image après. »

Alexandre Promio, 1925
Inleiding door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
27.05.2020
NL FR EN

Na het succes van hun eerste vertoningen in 1895 stuurden Auguste en Louis Lumière hun vertegenwoordigers de wereld in om beelden te maken en ze ter plekke meteen te projecteren. Alexandre Promio (1868-1926) was een van de eerste opérateurs die de broers uitzonden. In zijn reisverslag beschrijft Promio hoe het wonder van de cinematografie in alle uithoeken van de wereld op verstomming en enthousiasme werd onthaald. Promio: “Als de verschijning van de Lumière-cinematograaf in Frankrijk en Europa al een enorm enthousiasme wist op te wekken, wat dan gezegd over wat ik in de Verenigde Staten meemaakte?”

Alexandre Promio, 1925
Introduced by Gerard-Jan Claes
ARTICLE
27.05.2020
NL FR EN

After the success of their first screenings in 1895, Auguste and Louis Lumière sent their representatives out into the world to shoot images and project them on the spot. Alexandre Promio (1868-1926) was one of the first of these opérateurs dispatched by the brothers. In this travelogue, Promio describes how the miracle of cinematography was welcomed with amazement and enthusiasm in every corner of the world. Promio: “If, in France and in Europe, the appearance of the Lumière cinematograph had provoked the greatest enthusiasm, what could I say about what I experienced in the United States?”

Alexandre Promio, 1925
Introduit par Gerard-Jan Claes
ARTICLE
27.05.2020
NL FR EN

Après le succès de leurs premières projections en 1895, Auguste et Louis Lumière envoient leurs représentants dans le monde entier pour faire des images et aussitôt les projeter sur place. Alexandre Promio (1868-1926) est ainsi l’un des premiers opérateurs pour les frères. L’opérateur décrit dans son Carnet de route l’étonnement et l’enthousiasme que suscite le miracle du cinéma dans le monde entier. Promio&nbsp:&nbsp« Si, en France et en Europe, l’apparition du cinématographe Lumière avait provoqué le plus grand enthousiasme, que dirai-je de ce que je vis aux États-Unis ? »

Georges-Michel Coissac, 1925
Introduced by Gerard-Jan Claes
ARTICLE
22.03.2020
NL FR EN

125 years ago, on March 22nd, 1895, the first film in history was projected for a crowd of about ten people. During a special gathering in the Société d’Encouragement à l’Industrie Nationale, Louis Lumière projected his first film: Sortie des ouvriers de l’usine de Monplaisir. On the occasion of this 125th birthday, Sabzian is publishing a series of translated fragments from Histoire du cinématographe: de ses origines à nos jours (1925) by Georges-Michel Coissac, where, amongst other things, the author narrates the history of these marvellous first film screenings. “And we thought: Messrs. Lumière are great magicians.”

Georges-Michel Coissac, 1925
Inleiding door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
22.03.2020
NL FR EN

125 jaar geleden, op 22 maart 1895, werd voor de eerste keer in de geschiedenis een film geprojecteerd voor een publiek van ongeveer tien personen. Tijdens een speciale bijeenkomst in de Société d’Encouragement à l’Industrie Nationale toonde Louis Lumière er zijn eerste film: Sortie des ouvriers de l’usine de Monplaisir. Naar aanleiding van deze 125ste verjaardag van de cinema, publiceert Sabzian een aantal fragmenten uit Histoire du cinématographe: de ses origines à nos jours (1925) van Georges-Michel Coissac waarin hij onder andere de geschiedenis schrijft van deze wonderbaarlijke eerste filmvertoningen. “En we dachten: de heren Lumière zijn grote tovenaars.”

Georges-Michel Coissac, 1925
Introduit par Gerard-Jan Claes
ARTICLE
22.03.2020
NL FR EN

Il y a 125 ans, le 22 mars 1895, eut lieu la toute première projection cinématographique de l’histoire, devant un public d’une dizaine de personnes. Lors d’une réunion spéciale à la Société d’Encouragement à l’Industrie Nationale, Louis Lumière présentait son premier film, Sortie des ouvriers de l’usine de Monplaisir. À l’occasion de ce 125e anniversaire du cinéma, Sabzian publie plusieurs extraits de l’Histoire du cinématographe : de ses origines à nos jours (1925) de Georges-Michel Coissac dans lequel il écrit, entre autres, l’histoire de ces premières projections merveilleuses. “Et nous pensions alors : MM. Lumière sont de grands magiciens.”

Anne-Marie Miéville, 1998
Opgetekend door Danièle Hibon
Vertaald door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
03.10.2018
NL FR EN

Een film maken is een plek van experiment voor een heel reflectiewerk, een plek waar je verslag kan uitbrengen over je eigen ontwikkeling maar ook over die van anderen, het is een ruimte van erg bevoorrechte creatie waar men zich rekenschap kan geven van iets dat in rook zou kunnen zijn opgegaan. Maar ik heb soms gedroomd om heel andere dingen te doen omdat het een werk van sublimatie is, zoals men zegt, en dus erg beperkend. Achteraf is er niet noodzakelijkerwijs uitwisseling, terugkoppeling, opdat het levend blijft, moet je meteen opnieuw beginnen creëren, onmiddellijk opnieuw iets maken; als je stopt, wordt het erg stil.

Brian De Palma’s Blow Out

Gerard-Jan Claes, Nina de Vroome, 2018
ARTICLE
19.12.2018
NL

De camera van Brian De Palma richt zich in de eerste plaats op cinema zelf. Hij brengt verslag uit als een schilder die enkel over de schilderkunst kan rapporteren door zelf een schilderij te maken. Blow Out (1981) is een making-of, niet als een instructievideo die technisch uiteenzet hoe een film tot stand komt, maar als een spiegel die reflecteert over het wezen van cinema. In die spiegel zien we een ruimte waarin een andere variant van de werkelijkheid leeft. Het bekende beeld krijgt als reflectie een nieuwe vorm, zoals de tekens in een boek dat voor de spiegel gehouden wordt.

Gerard-Jan Claes, 2018
Vertaald door Sis Matthé
CONVERSATION
18.07.2018
NL FR

Op 1 maart 2018 was Luc Dardenne op uitnodiging van Sabzian te gast in Gent voor een vertoning van Le fils, een film die hij in 2002 met zijn broer Jean-Pierre maakte. Le fils (2002) is de derde uit een reeks films van de broers die aanvatte met La promesse (1996) en gekenmerkt wordt door documentaire eenvoud, lange shots die de personages dicht op de huid zitten, teder humanisme, de Luikse voorstad Seraing als vaste locatie en aandacht voor het wurgende economische determinisme van onze wereld. Dit artikel is een bewerking van de transcriptie van het gesprek met Luc Dardenne na de vertoning. Luc Dardenne: “Wat gebeurt er in de blik van iemand die gaat doden? Ik weet niet wat er gebeurt. We wilden weten wat Oliviers daad kon tegenhouden. Daarom hebben we ons op zijn rug gericht, om zo op de blik van de jongen te stoten. Het is de blik die de daad tegenhoudt.”

Gerard-Jan Claes, 2018
CONVERSATION
18.07.2018
NL FR

Le 1er mars 2018, Luc Dardenne était invité par Sabzian à Gand pour une projection du film Le fils, réalisé en 2002 avec son frère Jean-Pierre. Le fils (2002) est le troisième film d’une série entamée par les frères avec La promesse (1996) et marquée par une simplicité documentaire, de longs plans qui suivent les personnages de près, un tendre humanisme, la banlieue liégeoise de Seraing comme lieu fixe, ainsi que par une attention pour le déterminisme économique asphyxiant de notre monde. Cet article est une adaptation de la transcription de la conversation avec Luc Dardenne après la projection du film. Luc Dardenne : « qu’est-ce qui se passe dans le regard de quelqu’un qui va tuer ? Je ne sais pas ce qui se passe. Ce qu’on voulait savoir c’est: « qu’est-ce qui arrête le geste d’Olivier ? ». C’est pour ça qu’on s’est mis sur son dos pour tomber sur le regard du gamin. C’est le regard qui arrête le geste. »

Een gesprek met David Koepp

Gerard-Jan Claes, Nina de Vroome, 2018
Vertaald door Veva Leye
CONVERSATION
04.07.2018
NL EN

Ik heb die slaafse verering van de realiteit altijd een beetje mysterieus gevonden. Ik weet niet waarom dat gebeurt. Mensen zeggen dan, “Wel, dat lijkt niet erg realistisch”. Je zit in een ruimte met honderden vreemden, je kijkt naar een projectie op een scherm. Daar is niets realistisch aan, het is allemaal fake. De actrice is niet echt. Het is allemaal niet echt, niets ervan is echt. De kleren die ze dragen, de manier waarop ze leven, de make-up, het is allemaal fake. Een grote fan van de realiteit ben ik nooit geweest. Ik denk dat we net daarom naar verhalen kijken.

A Conversation with David Koepp

Gerard-Jan Claes, Nina de Vroome, 2018
CONVERSATION
04.07.2018
NL EN

I have always found the slavish devotion to reality a bit of a mystery. I don’t know why. People say: “Well, that doesn’t seem very realistic.” You are sitting in a room with a hundred of strangers, looking at a projection on a screen, there is nothing realistic about that, it is all fake. The actress is not real. This is all fake, every bit of it. The clothes they have on, the way they live, the make-up, it is all fake. I have never been a big fan of reality. I think that’s why we watch stories.

André Bazin, 1947
Vertaald door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
13.12.2017
NL FR

Er is geen gebrek aan zogenaamd realistische films, zowel van de fait divers- als van de slice of life-soort. Er is zelfs geen gebrek aan boerenfilms. Waarom wordt Farrebique dan toch als de vreemde eend in de bijt beschouwd? Volgens mij is dit toe te schrijven aan het talent van Rouquier, aan zijn ei van Columbus. Hij heeft begrepen dat geloofwaardigheid langzaam de plaats had ingenomen van de waarheid, dat de realiteit is opgelost in realisme. Hij is de moeizame onderneming gestart om de realiteit te herontdekken, om haar terug aan het licht te brengen, om haar in haar naaktheid te redden uit het moeras van de kunst.

Farrebique van George Rouquier

Georges Sadoul, 1947
Vertaald door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
13.12.2017
NL FR EN

Daarom is deze film een groot kunstwerk. Het eeuwige is immers enkel te bereiken via het heden: de beste kans om de tand des tijds te doorstaan is om radicaal een kind van zijn tijd te zijn.

Robert Gardner, 1976
CONVERSATION
20.09.2023
EN

I guess I still think of myself as a painter just using film. Film is very liberating for me, the idea that I could slide into art. Film is in motion, life is in motion. It seemed to me that if I could kind of sidle up to art by being in a fluid medium rather than having to declare “this is it for ever and ever”. It appealed to me in that way.

Eric de Kuyper, 1981
Introductie door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
11.05.2022
NL

In 1982 debuteerde de Belgische filmcriticus/docent/academicus/televisieproducent en -programmator Eric de Kuyper met Casta Diva, een film die internationaal meteen werd opgemerkt. Deze tekst is zijn toelichting bij de subsidieaanvraag voor het Nederlands filmfonds, waarin hij vooral tracht zijn fascinatie te omschrijven en niet via woorden de beelden te evoceren. “Mijn weigering om een klassiek scenario te schrijven [mag] geïnterpreteerd worden als functioneel. In die zin dat ik van mening ben dat: 1. niet alle films ‘klassieke speelfilms’ hoeven te zijn; 2. men in bepaalde contextuele (voornamelijk financiële) omstandigheden naar andere filmvormen moet streven. Geen speelfilm betekent dus niet automatisch een ‘documentaire’ of ‘dus, een experimentele film’.”

Claire Denis, 2005
Vertaald door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
24.01.2018
NL EN

Hong Sang-soo zal deze referentie naar Cézanne, die hij vaak aanhaalt, kunnen waarderen, alsook mijn bedachtzaamheid als ik over hem spreek. Hij is als een geschonken boek, waarvan we ontdekken dat bepaalde bladzijdes zorgvuldig zijn uitgescheurd en dat zodoende plotseling alles ontbreekt. Zijn films hebben onze toestemming niet nodig, ze eisen een totale omarming.

Jean Vigo, 1930
MANIFESTO
29.07.2014
NL FR EN

Het gaat vandaag niet over het onthullen van de sociale cinema, noch wil ik het in een formule versmoren, maar eerder over het opwekken van jullie latente behoefte om vaker goede films (filmmakers, vergeef me dit pleonasme) te bekijken, die de samenleving en haar verhoudingen tot individuen en dingen behandelen.

Want, ziet u, cinema lijdt meer onder een gebrekkig denken dan onder een volledige afwezigheid van denken.

Zéro de conduite, 1996
COMPILATION
14.02.2015
NL FR EN

“Exact de helft van mijn leven bracht ik in het donker door. Mijn leven zelf was donker. Ik heb mijn leven nooit scherp kunnen stellen. Het is allemaal bij een wazig beeld gebleven.”

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
11.05.2016
NL EN

Film is fundamentally the choice of a viewpoint in space, toward that space. Film is recording and therefore fundamentally contemporary (one cannot record that which is gone, the past). The spectator always watches contemporary images (even when they have aged, they remain contemporary through their model). This disposition sees to it that those who love films become ‘contemporary’ with every film.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
30.03.2015
NL EN

De bioscoop was zijn Amerika, de beelden volgden elkaar op als plechtige zevenmijlsstappen, of als het rennen van de honderd meter. Hij schoof van plek naar plek, van de ene naar de andere figuur. En steeds gebeurde dat in die ene juiste afstand. [...] Later begreep hij dat alles draaide rond een oxymoron: onbeweeglijk bewogen te worden.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
11.05.2016
NL EN

Film is fundamentally the choice of a viewpoint in space, toward that space. Film is recording and therefore fundamentally contemporary (one cannot record that which is gone, the past). The spectator always watches contemporary images (even when they have aged, they remain contemporary through their model). This disposition sees to it that those who love films become ‘contemporary’ with every film.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
30.03.2015
NL EN

De bioscoop was zijn Amerika, de beelden volgden elkaar op als plechtige zevenmijlsstappen, of als het rennen van de honderd meter. Hij schoof van plek naar plek, van de ene naar de andere figuur. En steeds gebeurde dat in die ene juiste afstand. [...] Later begreep hij dat alles draaide rond een oxymoron: onbeweeglijk bewogen te worden.

Orson Welles, 1958
ARTICLE
06.05.2015
NL FR EN

Waarnaar refereren we als we verwijzen naar de wereldwijde opmars van de cinema’s, dat onvermijdelijke verzinsel van de statistiek? Neem een individuele toeschouwer op een enkel zitje in een zaal. Vermenigvuldig hem met een paar miljoen en wat krijg je? Slechts diezelfde toeschouwer in veelvoud. Onbewust van zijn belang voor de statistieken, hangen zijn dromen hardnekkig af van de klassieke mensenmaat. Geen enkel superscherm zal hem tot superman maken. Hij is geen reus, hij is alleen talrijk.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
11.05.2016
NL EN

Film is fundamentally the choice of a viewpoint in space, toward that space. Film is recording and therefore fundamentally contemporary (one cannot record that which is gone, the past). The spectator always watches contemporary images (even when they have aged, they remain contemporary through their model). This disposition sees to it that those who love films become ‘contemporary’ with every film.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
30.03.2015
NL EN

De bioscoop was zijn Amerika, de beelden volgden elkaar op als plechtige zevenmijlsstappen, of als het rennen van de honderd meter. Hij schoof van plek naar plek, van de ene naar de andere figuur. En steeds gebeurde dat in die ene juiste afstand. [...] Later begreep hij dat alles draaide rond een oxymoron: onbeweeglijk bewogen te worden.

Mark Fisher, 2009
Inleiding en vertaald door Gerard-Jan Claes, Anton Jäger
ARTICLE
12.04.2017
NL

Op 14 januari 2017 maakte de Engelse uitgeverij Zer0 Books het overlijden van een van haar stichtende leden bekend, de Engelse filosoof en essayist Mark Fisher. Hij werd 48. Ter nagedachtenis van Fisher heeft Sabzian het eerste hoofdstuk uit zijn in 2009 uitgebrachte debuut Capitalist Realism vertaald. Daarin beschouwt Fisher Alfonso Cuaróns Children of Men (2006) als allegorie voor onze hedendaagse lotsbestemming, waarin het neoliberalisme zich als ultieme politieke horizon heeft weten te presenteren, en de ‘toekomst’ tot een loutere herinnering is verworden.

“De catastrofe in Children of Men wacht ons noch op het einde van de weg, noch heeft zij reeds plaatsgevonden. Zij is integendeel volop aan de gang. Er is geen stipt rampmoment; de wereld eindigt niet met een knal, ze dooft eerder stilletjes uit, ontrafelt, valt langzaam uiteen.”

Interview with Dion Beebe, cinematographer of Miami Vice

Jay Holben, 2006
Introduced by Gerard-Jan Claes
CONVERSATION
17.11.2021
EN

Michael Mann was one of the first filmmakers working in Hollywood to embrace the digital. After earlier experiments with HD in Collateral (2004) and Ali (2001), Mann resolutely opts for the digital format in his 2006 Miami Vice. In this interview, Miami Vice’s cinematographer Dion Beebe explains that the choice of digital came not from practical concerns but through an experimental search, guided by Mann’s intent of the film. The interview bears witness to this turning point in film history where digital cinema still had to come to terms with itself, still had to start believing in its own possibilities.

Interview met Wang Bing

Emmanuel Burdeau, Eugenio Renzi, 2013
Vertaald door Gerard-Jan Claes
CONVERSATION
09.11.2014
NL EN

“Een psychiatrisch ziekenhuis is, op zich, geen origineel thema. Het verhaal van Feng ai [’Til Madness Do Us Part] had zich zeker ook elders kunnen afspelen. Het is een alledaags verhaal. Toch is geestesziekte natuurlijk een interessant onderwerp, met name in China. Geestesziekte bevrijdt de mens, in zekere zin, want ze bevrijdt hem van het juk van de wet. Tegelijkertijd maakt ze hem kwetsbaarder … [...] Het leven dat men buiten een inrichting waarneemt is in wezen niet zo verschillend van het leven dat men binnen kan waarnemen. Wat me interesseerde was minder het ziekenhuis dan de patiënten en het leven dat ze er leidden. Zij beschouwen die plek niet als een ziekenhuis maar als een plaats waar ze leven. [...] Het is hun huis. Ze leven er alsof ze thuis zijn, sommigen blijven er zelfs tot hun dood. Ik was al vroeg getroffen door de indruk dat in veel opzichten er meer menselijkheid binnen dan buiten het ziekenhuis was.”

Gerard-Jan Claes, 2013
Translated by Hannah Van Hove
ARTICLE
14.12.2013
NL EN

The juxtaposition of images shows a spiritual coherence to which we as viewers must work towards. In De poes [The Cat] (1968) van der Keuken articulates it thus: “The film could be a means for change. To this end it must affect the fixed patterns of expectation. To this end it must create a dynamic balance of the forms in which our reality can be described. Art could be a means by which to set man free. A school for seeing the self and the other more clearly.”

Gerard-Jan Claes, 2013
ARTICLE
06.05.2013
NL EN

De juxtapositie van beelden toont een geestelijke samenhang waar we als kijker naar moeten toewerken. In De poes (1968) spreekt van der Keuken het als volgt uit: “De film zou een middel kunnen zijn tot verandering. Hiertoe moet hij de vaste verwachtingspatronen aantasten. Hiertoe moet hij een dynamisch evenwicht scheppen van de vormen waarin onze werkelijkheid beschreven kan worden. Kunst zou een middel kunnen zijn tot bevrijding van de mens. Een school om zichzelf en de anderen beter te zien.”

Kristin Ross, 2014
ARTICLE
20.07.2015
NL

Hulot loopt misschien uit de pas, maar zijn tred is stukken kwieker dan die van andere mensen. Zijn lichaam leunt naar voren, doelbewust, naar de toekomst. Hij sleept zelden met zijn voeten.

The Found Footage of Captain Phillips

Gerard-Jan Claes, 2014
Translated by Hannah Van Hove
ARTICLE
19.12.2014
NL EN

Paul Greengrass: “When we started the film, it was a top priority for me to look into this issue in every detail. […] we researched the background of the Maersk Alabama highjacking in exhausting detail over many months. […] And I’m 100% satisfied that the picture we present of these events in the film, including the role playing by Captain Phillips, is authentic. […] the facts are clear. Captain Phillips’ ship was attacked, and the ship and the crew and its cargo made it safely to port with no injuries or loss of life. […] That’s the story we told, and it’s an accurate one.”

De found footage van Captain Phillips

Gerard-Jan Claes, 2014
ARTICLE
09.03.2014
NL EN

De fictie creëert geen afstand tot de werkelijk afgespeelde gebeurtenissen. Integendeel, de film zet alles in werking om een gevoel van ‘kijk, wij waren er bij’ te scheppen. Dit is hoe het ‘echt’ is gebeurd. De film krijgt het statuut van een re-enactment: men reënsceneert minutieus de feiten. Greengrass geeft dit ook zelf aan: “When we started the film, it was a top priority for me to look into this issue in every detail. […] we researched the background of the Maersk Alabama highjacking in exhausting detail over many months. […] And I’m 100% satisfied that the picture we present of these events in the film, including the role playing by Captain Phillips, is authentic. […] the facts are clear. 

On Chantal Akerman

Dirk Lauwaert, 1975
Introduction by Gerard-Jan Claes
ARTICLE
13.02.2019
NL EN

It is not a complicated or difficult film, rather a very simple and clean one. But it is not a natural, spontaneous film. The clarity and legibility of Jeanne Dielman is the result of self-discipline. In our culture clarity needs to be pragmatic-efficient, an argument needs to have the form of a road, including road signs. Force and energy need to be channelled into activist trajectories time and again, need to be labelled with a name and an address. Akerman slipped by and through all of that.

Jean-Philippe Tessé, 2015
ARTICLE
09.12.2015
NL

Als een schaduw wordt de toeschouwer aangemaand te volgen, met als beloning de zekerheid niets gemist te zullen hebben: geen enkele verborgen hoek van het kamp, niets van het protocol van de vernietiging (gaskamer, crematorium, vuurpeloton), zelfs geen enkel ‘historisch’ moment (denk hier aan de episode met de foto, ingevoegd als een aanvullend moreel onderpand, genomen door de Sonderkommando’s en geanalyseerd door Georges Didi-Huberman in Images malgré tout). Son of Saul is geritmeerd en gestructureerd als een rondleiding: men volgt de gids, in looppas – ‘zonder (zich) vragen te stellen’.

Jacques Rancière, 2015
ARTICLE
08.06.2015
NL FR

Maar is de nabootsing van het leven niet juist datgene wat, of men het nu wil of niet, de cinematografische kunst voortbrengt? Is cinema niet, in onze tijd, net als in de tijd van Douglas Sirk of van Jacques Tourneur, de bevoorrechte ruimte om de verhouding tussen het echte leven en de verhalen van fantomen, ontsnapt uit het verleden of uit een andere wereld, te onderzoeken?

James Agee, 1948
Vertaald door Gerard-Jan Claes
ARTICLE
13.12.2017
NL EN

Men zou alleen naar de mensen kunnen kijken, oneindig lang, om zijn omgang met hen te begrijpen en om te beseffen dat morele helderheid en oprechtheid onontbeerlijk zijn voor dit soort werk, en om met meer minachting dan ooit tevoren te beseffen hoe in onze tijd consequent zogenaamd eenvoudige mensen, fictief en niet-fictief, bewust en onbewust beledigd en verraden worden door kunstenaars en toeschouwers: het lijkt alsof werkelijk niemand nog in staat is een ander recht in de ogen te kijken. Maar deze man wel; en dit is het prachtigste en sterkste document van werkelijke mensen dat ik ooit heb gezien.

Gerard-Jan Claes, Anton Jäger, 2016
CORRESPONDENCE
06.01.2016
EN

[Spring Breakers] is, however, not an extended hip-hop music video starring Gucci Mane with his entourage, sipping cough syrup. It is not an anthropological treatise of the kind we see on English news channels, hysterically reporting about young Brits wreaking havoc on islands in the Spanish Mediterranean. It is not a twenty-first century version of A Clockwork Orange, glorifying cheap and cheerful violence for its own sake. It is none of this. Spring Breakers escapes the usually inescapable pitfalls of art house-kitsch by consciously saying no to any form of expected grandiloquence. It embraces the deceitful image, as something that is to be cherished instead of loathed.

Een praktijk van politieke cinema

Daniel Fairfax, 2017
ARTICLE
08.11.2017
NL EN

Op het eerste gezicht lijkt het een tegenstrijdigheid, een historische ironie: Jean-Louis Comolli – de redacteur van Cahiers du Cinéma tijdens hun althusseriaans-marxistische periode in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig, de auteur van enkele van de belangrijkste kritische teksten over het ideologische karakter van de ‘realiteitsimpressie’ in cinema (‘Cinéma/idéologie/critique’, een redacteursmanifest dat mede ondertekend werd door Jean Narboni, en de reeks artikelen ‘Technique et idéologie’) – die zich ontpopt heeft tot een productieve en hoog aangeschreven filmmaker, met een filmografie die loopt van de jaren zeventig tot nu en die meer dan vijftig werken omvat, zowel voor cinema als voor televisie. Is deze overgang van filmtheorie naar filmpraktijk een verbluffende ommezwaai, een daad van theoretische afvalligheid tegenover de revolutionaire geest na ’68 – zoals gewoonlijk het geval is bij voormalige soixante-huitards? Geenszins.

Daech, le cinéma et la mort door Jean-Louis Comolli

Daniel Fairfax, 2017
ARTICLE
12.07.2017
NL

“Als gevolg van hun inschrijving in een kader, en hun verloop over een specifieke tijdsduur, behoren de ISIS-clips wel degelijk tot de categorie van de cinema.” Dit gegeven, zo geeft Comolli grif toe, “ontzet mij, en richt ten gronde wat van mijn jonge cinefilie overblijft, maar het is een feit.” Wat in lijn met Comolli’s voorgaande theoretische werk een titanenstrijd tussen twee vijandige systemen (cinema tegen het spektakel) zou kunnen heten, wordt hier eerder voorgesteld als een audiovisuele burgeroorlog binnen de cinema zelf (cinema tegen cinema).

x

PRISMA
05.07.2017
NL

Zijn moeder ziet minder in waarom de wereld hen plots zo weinig gunt, en vraagt hem nog hoopvol en naïef: “Later, when this is blowed over… you’ll come back?”

Een gesprek tussen Nina Power en Geoffrey Nowell-Smith

Geoffrey Nowell-Smith, Nina Power, 2017
CONVERSATION
31.05.2017
NL

De vraag die rijst vanuit een eenentwintigste-eeuws gezichtspunt is: welke film is eigenlijk het meest subversief? Het schandelijke La ricotta, dat in zijn aanval op de filmindustrie en verschillende andere doelwitten de draak steekt met respectvolle houdingen tegenover de christelijke iconografie? Of Il vangelo secondo Matteo, dat zich voordoet als respectvol ten opzichte van een heilige tekst maar een radicale herinterpretatie van zijn betekenis voorstelt? En hebben deze vragen vijftig jaar na datum nog een hedendaagse waarde?

x

PRISMA
21.03.2017
FR EN

The very act of writing about cinema fosters the act of talking about cinema, as a way to relate to cinema, to share cinema, and thus to see cinema. We take in more from things when we feel capable of putting them into words, or when we suddenly feel ourselves able to recall them in our memory.

Slavoj Žižek, 2017
ARTICLE
01.03.2017
NL

De verborgen paradox is dat liefde, net zoals het Absolute, niet moet worden geponeerd als een direct doel. Het moet de status behouden van een bijproduct, van iets dat we verkrijgen als een onverdiende gunst. Misschien is er dan ook geen grotere liefde dan die van een revolutionair koppel, waarbij elk van de twee geliefden bereid is op elk moment de andere te verlaten indien de revolutie dat vereist.

Jean Cocteau, 1950
ARTICLE
26.09.2016
NL FR

Orson Welles is een reus met een kinderlijke blik, een boom volgepropt met vogels en duister, een hond die zijn ketting heeft losgetrokken en in de bloemperken slaapt, een actieve luiaard, een wijze dwaas, een eenzame omgeven door de wereld, een student die in de klas slaapt, een veldheer die doet alsof hij dronken is als hij met rust gelaten wil worden.