Cinema / Het onbewuste / “Het heilige” / Geschiedenis
Het heilige is een leemte in de ontcijfering; het heilige begrijpen, is van de ene taal naar een andere gaan in dezelfde taal.
Het is net de mogelijkheid van “projectie” die verdwijnt. In Méditerranée verschijnt het subject niet als “verdeeld”. Het is onvindbaar.
Vanaf het moment dat u de zee voor u zult zien verschijnen achter prikkeldraad, zult u deze dubbele articulatie van beeld en tekst betreden die een lectuur in beweging zet. Een van de titels van de film was op een bepaald moment La Seconde Vue. U zult dus het plan op schaal kunnen volgen gemeenschappelijk aan de geregelde verschuiving van sequenties en de algebraïsche condensatie van de tekst die de eerste weer snijdt terwijl ze toch steeds, zo lijkt het, parallel met de pellicule blijft en verschoven ten opzichte ervan, asymptotisch in verhouding tot de pellicule.
Een dergelijk parallelisme geeft het geheel van de bewegingen en shots de kwaliteit van een kubus waarvan het mogelijk zou zijn de trage totstandkoming te herhalen doorheen het wegvegen of uitwissen van de oppervlaktes.
Iedere sequentie heeft dus de coëfficiënt van een ontdubbelde schriftuur, in haar brede en beweeglijke omvatting vergelijkbaar met die van de Egyptische bas-reliëfs. De hele film, die zich opbouwt als reeksen van monumentale hiërogliefen, die de ruimte van het Dodenboek en zijn “psychostasia” (het wegen van acties tijdens het morele oordeel) oproept, valt dus onder de definitie die men van de Egyptische schriftuur heeft kunnen geven. Nu eens komt het silhouet (van de hiërogliefen) vanuit het standpunt van de toeschouwer overeen met één enkele perspectief; de zon, het oog en de mond van de mens worden van voren getekend, de hemel, de voet van de mens, de leeuw in profiel; bepaalde voorwerpen (het reservoir, de cirkelvormige stad) verschijnen, in de schriftuur, in bovenaanzicht. Dan weer worden perspectieven gecombineerd. Het bord met de wegaanduiding toont zich van bovenaf, maar de struiken die het omringen (drie in getal) zien we van opzij. De stier, de koe hebben hoorns van voren en een kop in profiel. De “maskers’, dat wil zeggen alles dat iets belangrijks, iets veelbetekenends kan verhullen, worden met opzet weggehaald, hetzij door “verticale verschuiving” (de gier en de cobra, voorgesteld boven de manden waarin ze rusten), hetzij door transparantie (het teken van het reservoir wordt in dwarsdoorsnede afgebeeld zodat het water van dit reservoir zichtbaar wordt). Kortom, de schalen zijn meervoudig. De Egyptische tekens worden niet willekeurig verdeeld, maar volgens strikte regels… Daarom rangschikten de kopiisten ze binnen onzichtbare vierkanten die we de naam kwadraten hebben gegeven.
De dubbele articulatie van de film, die rust op deze monumentaliteit, benadrukt de onophoudelijke beweging van de representatie, in haar afgescheiden en gecodeerde productie, in haar “andere scène”. Dit herhaald scanderen valt te “bezien”.
De dubbele basisarticulatie wordt aldus logischerwijs teruggevonden in de overdracht naar tegengestelde vrouwelijke lichamen (de dode, de levende) die te lezen zijn tegen een achtergrond van “offers” (standbeelden en stieren) en de tegenspraak tot een maximale intensiteit voeren.
HIER IS ALLES MINSTENS TWEE KEER
Overigens is de betekenisdragende geometrie gebaseerd op, verankerd in de kleur die bewerkt is op vlak van vermogen en massa. De kleur is vóór het scherm, zoals de film in de eerste plaats in de zaal plaatsvindt.
De bedoeling van deze schriftuur is duidelijk: op de ruïnes en in de tegelijkertijd verlaten en bloederige arena van de beëindiging, de mogelijkheid en berekening oprichten van een uitgang via permutaties, vergelijkbaar met een logische mutatie die te werk gaat via volledige blokken en mythische pans. De ideologische revolutie komt tevoorschijn uit de Middellandse Zee: de geschiedenis doorkruist al evaluerend elk geheugen.
We moeten de drie enige “moderne” elementen onderstrepen die zich komen verbinden met de Egyptische en Griekse referenties: de operatietafel — plaats van transplantatie; de hoogoven en de walserij — industrie van versmelting; het volksfeest, ten slotte, waar men voor een ogenblik, als boven de lijn van de ooghorizon, de eigentijdse geste van twee vrouwenhanden kan waarnemen die uitvoeren wat een Oud-Griekse grafzuil in het Louvre opvoert onder de titel De extase van de bloem. Tussen deze elementen en tempels hebben de stierenrennen en het water de functie de organische, materiële diepte aan te duiden. Contact van water en bloed (vuur). Ieder shot wordt hernomen, verteerd tegen deze onophoudelijke en contradictorische achtergrond.
Méditerranée slaagt naar mijn mening in een radicale benadering van de mythische functie die door het Griekse werkwoord mueîn, “de ogen en de mond sluiten”, wordt aangeduid en die uitzicht geeft op drie simultane vlakken:
dromena: de dingen van handeling
legomena: de gezegde dingen
deiknumena: de getoonde dingen.
Al met al gaat het er niet om deze film als “heilig” te vereren: het is eenvoudigweg belangrijk op te merken dat hij, op een kernpunt van de ideologie, tegelijkertijd de religieuze onzinnigheid en zijn medeplichtige tegenhanger, het blasfemische, oplost.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk als ‘Cinéma / Inconscient / « Sacré » / Histoire’ in Cinéthique nr. 5 (juni 1969).
Met dank aan Gérard Leblanc
Milestones: Méditerranée & L’ordre vindt plaats op maandag 21 september 2020 om 20u in de Sphinx Cinema. Meer informatie over de vertoning vind je hier.