Maar er was een koppigheid in zijn bewustzijn, dat van een eenzame man die door zijn camera heen reageerde op wat hij zag, in een poging om te onderscheiden waar het goede en waar het kwade was, waar, in wat hij zag, de krachten van de dingen schuilde. Men voelde duidelijk zijn twijfel. En te midden van de strijd, van de twijfel, was er plotseling de vastberadenheid: zo’n standpunt, zo’n kader.