In a series of long held shots, men are observed performing simple tasks in real time, while on the soundtrack we hear excerpts from opera.
EN
“The real subject of Casta Diva is what in other films tends to be regarded as ‘unimportant’, ‘trivial’ or ‘incidental’. It is a personal study in the observation of the gestures, movements and behaviour of men. It shows men confronted with themselves, with their own bodies and their physicality. Intense observation, watching something closely. It’s better done in silence, so this film is for a large part silent. It is the images which speak, as in the old silent films. The African filmmaker Souleymane Cissé has said: ‘We must learn how to make silent films using films with sound. We must let the bodies talk.’ The silence is broken at intervals by music: arias from well known operas by Puccini and Bellini, popular songs by Dalida, operetta by Offenbach. On the soundtrack a woman sings; on the screen a man acts. What is seen is very ordinary and everyday: the men busily, sometimes obsessionally, engaged in their activities. What is heard is completely unrelated: music which sounds evocative and melodramatic. Casta Diva is the title of an aria from ‘Norma’ by Bellini, a prayer to the ‘chaste god’.”
Eric de Kuyper1
- 1Eric de Kuyper in the original press file of the film (1982).
NL
“Het mannelijke lichaam is niet “gemaakt” om bekeken te worden; ook niet om zich te tonen. En toch wordt het getoond en bekeken, stiekem. Deze steelsheid wordt hier gedemonstreerd, tentoon gespreid. Kijk wat getoond wordt: kijk wat gezien wordt. Uiteraard: een oefening in kijken en bekeken worden. Daarom ook dat de camera-instellingen erg lang duren, de handelingen niet verknippen, maar registreren.
De man met zijn lichaam is om zo te zeggen nooit aanwezig op het scherm, nooit aanwezig in de filmische verbeelding en uitbeelding. De vrouwelijke aanwezigheid verhult deze afwezigheid verhult des te sterker. In Casta Diva wordt een omgekeerd spiegelbeeld vertoond van wat zich doorgaans op het scherm afspeelt: het mannelijk lichaam zal volledig en uitsluitend, gedurende ettelijke minuten, beslag leggen op het filmbeeld.
Dit zeer alledaagse “exhibitionisme”, gekoppeld aan het aanvaarde “voyeurisme” van de camera, zal zeer waarschijnlijk een kortsluiting teweegbrengen. Wat (doorgaans) niet bekeken wordt, wat (doorgaans) niet getoond wordt, wekt vanzelfsprekend een irritatie-gevoel op. De vraag naar de zin van deze gêne is het onderwerp en het thema van deze film.”
Eric de Kyper1
“Casta Diva bestaat uit 18 sequensen, die heel lang zijn, waarin niet gemonteerd is en die vaak ook helemaal stom zijn, zodat je genoodzaakt bent te kijken naar wat er in het beeld gebeurt. Er gebeurt heel veel... of heel weinig en het is heel banaal. Het zijn geen wereldschokkende dingen. En op de koop toe zijn het allemaal figuren die nooit contact hebben met elkaar. Er ontstaat dus ook geen geschiedenis. Het zijn een reeks portretten van mannen in hun dagelijkse bezigheid, een serie sfeertekeningen van mannen, die ik goed ken, in een bepaald milieu waar ze naar mijn gevoel interessant zijn om naar te kijken omdat hun bewegingen mooi zijn. Voor mij is het een soort balletfilm!”
Eric de Kuyper2
- 1Eric de Kyper, “Casta Diva,” Sabzian, 11 mei 2022. Oorsponkelijk gepubliceerd in Versus 1 (1983).
- 2Freddy Sartor, “Het kijkgedrag van de toeschouwer wijzigen. Eric de Kuyper over Casta Diva,” Sabzian, 25 mei 2022. Oorspronkelijk gepubliceerd in Film & Televisie 309 (1983).
FR
« Casta Diva d’Eric de Kuyper était incontestablement le plus beau film du festival [de Hyères]. […] Aboutissement de tout un cinéma qui va, pour dire vite, de Warhol à Akerman, Casta Diva n’est certes pas un film de rupture. Mais avec son talent de chorégraphe sensuel, avec l’attention amoureuse qu'il porte à ses acteurs et à sa caméra, Eric de Kuyper aboutit à l'accomplissement d'un cinéma qui se donne le regard comme objet. »
Cahiers du cinéma1
- 1“Festival de Hyères,” Cahiers du cinéma 341 (1982).