Het kijkgedrag van de toeschouwer wijzigen
Eric de Kuyper over Casta Diva
Casta Diva was de debuutfilm van de Belgische filmcriticus/docent/academicus/televisieproducent en -programmator Eric de Kuyper, een film die in 1983 internationaal meteen werd opgemerkt. In Casta Diva worden in een reeks lange shots mannen geobserveerd die in real time eenvoudige taken uitvoeren, terwijl op de soundtrack fragmenten uit opera’s te horen zijn. Onderstaand interview met De Kuyper verscheen in 1983 in het Belgisch maandblad Film & Televisie.
Freddy Sartor: Casta Diva zou je als film kunnen situeren ergens tussen een gewone speelfilm en een documentaire in. Akkoord?
Eric de Kuyper: Ik heb nooit de bedoeling gehad om met deze film een speelfilm te maken. En eigenlijk is ie nog iets meer speelfilm geworden dan ik bedoeld had. Ik wou er ook geen documentaire van maken. Alles is geënsceneerd. Ik wou een statische camera en artificieel licht. Ik was bang dat, als het beeld te slordig of te dynamisch zou zijn, het dan op een documentaire zou gaan lijken. En dat is dan een andere film!
Casta Diva zelf herbergt een contradictie in zich. Enerzijds is de film zeer eenvoudig van beeldstructuur, van constructie en anderzijds is hij voor de toeschouwer toch wel moeilijk...
Ja, ik ben er me van bewust dat de film heel veel van de toeschouwer eist. Casta Diva bestaat uit 18 sequensen, die heel lang zijn, waarin niet gemonteerd is en die vaak ook helemaal stom zijn, zodat je genoodzaakt bent te kijken naar wat er in het beeld gebeurt. Er gebeurt heel veel... of heel weinig en het is heel banaal. Het zijn geen wereldschokkende dingen. En op de koop toe zijn het allemaal figuren die nooit contact hebben met elkaar. Er ontstaat dus ook geen geschiedenis. Het zijn een reeks portretten van mannen in hun dagelijkse bezigheid, een serie sfeertekeningen van mannen, die ik goed ken, in een bepaald milieu waar ze naar mijn gevoel interessant zijn om naar te kijken omdat hun bewegingen mooi zijn. Voor mij is het een soort balletfilm! Als toeschouwer ben je verplicht naar beelden te kijken omdat het zo lang duurt en dan merk je dat gewone bewegingen van sommige mensen eigenlijk heel mooi zijn. Bij de professionele glazenwasser heb ik datzelfde gevoel heel sterk. Wat hij doet is een soort ballet. Sommige handelingen zijn zo mooi en bekijken we nooit heel goed om te kunnen zien dat ze bijna kunst op zich zijn... Het is moeilijk voor de toeschouwers maar anderzijds ook heel eenvoudig. Het is geen intellectualistische film, die een enorme intellectuele inspanning vraagt, denk ik. Het is niet eenzelfde soort moeilijkheid die bijvoorbeeld de films van een Marguerite Duras hebben. Het is een moeilijke film omdat het moeilijk is om aandachtig naar eenvoudige beelden te kijken; je bent met zeer elementaire cinema bezig, met beeld en geluid (muziek). Hoe minder je in werking zet bij film, hoe eenvoudiger het wordt maar hoe meer inspanning je van de toeschouwer verlangt omdat het bijna Art brut is, bijna naïef. Eigenlijk nodig ik de toeschouwers uit om hun kijkgedrag te wijzigen.
Onwillekeurig zal de kijker naar verbanden zoeken tussen de 18 onderling erg verschillende scènes...
Er zijn verbanden, maar dan omdat ik ze er onbewust in gelegd heb. Achteraf – en dat hoort bij het mechanisme van het filmmaken – heb ik vastgesteld dat er in elke sequens een spiegel was, zelfs al kon je ’m niet zien. En dan ga je beseffen dat het gaat om figuren die allemaal eenzaam zijn, die alleen iets doen en geen contact hebben met andere figuren. En om dat te vergemakkelijken heb ik spiegels gezet opdat ze tenminste met hun eigen beeld contact zouden kunnen hebben...
“Casta Diva” klinkt als titel wel heel erg muzikaal in de oren!
De titel is afkomstig van de eerste aria die je hoort in de film bij de beelden van dat groot huis, helemaal in het begin. Die aria heet ‘Casta Diva’ (kuise godin) en komt uit La Norma van Bellini. Ik vond het een mooie titel: het is opera, er zit wat Italiaans achter en het past op zijn minst bij het geluid van de film, die veel operafragmenten telt...
Gent, 24 oktober 1982
Deze tekst verscheen origineel in Film & Televisie 309 (1983).
Deze tekst verschijnt in het kader van Seuls, een reeks filmavonden gewijd aan de Belgische cinema. Tijdens drie avonden zet Sabzian samen met Eric de Kuyper zijn rijke carrière in de kijker. De eerste avond, ‘Seuls: Eric de Kuyper #1 – Pink Ulysses’ vond plaats op donderdag 12 mei 2022 in KASKcinema, Gent. Meer informatie over het evenement vindt u hier.