Passage: Mónica Delgado

VERTAALD DOOR TRANSLATED BY TRADUIT PAR Sis Matthé

(1) Wavelength (Michael Snow, 1967)

“Wanneer het elektronische geluid in Wavelength verandert in oorverscheurend gekrijs, brandt deze film, gefilmd in één shot, een vijfenveertig minuten durende zoom gericht op vier prachtige raamrechthoeken, als de withete gloeidraden van een gloeilamp. Dit middendeel is samengesteld uit heftige kleurveranderingen, waarbij het scherm siddert van intens groen, magenta en sienna: een virtuoze reeks negatieve en positieve impressies waarin complementaire kleuren worden uitgegoten zodat de zaal spastisch flikkert van schril, schitterend groen naar puur rood en dronken, grandioos roodviolet. Ondanks de slopende passage die steevast opduikt in het derde kwart van een vierdelige constructie, zijn zijn twee grote statementfilms Wavelength en ←→ verheffend intellectueel.”1

Het schrijven van kritische teksten over experimentele films is een lastige praktijk. Het gaat enerzijds om het afleren van een narratieve kijk en reflectie op cinema en anderzijds om het betreden van het terrein der abstractie, van nevelen en de vrijheid der vormen, vertrekkende van de artistieke, filosofische of zelfs esoterische implicaties.

Ik was al jaren over personages, mise-en-scène, narratieve structuren, plotwendingen of macguffins aan het schrijven toen een groep vrienden en ik plotseling het idee kregen om afstand te nemen van het schrijven over meer conventionele films waarover wel honderd journalisten en critici zouden schrijven. Tien jaar geleden kozen we ervoor om samen een online magazine te beginnen waarin we over onafhankelijke en, vooral, experimentele cinema konden schrijven. En zo dook een dilemma op: waarover schrijf je als je commentaar wil geven op experimentele films?

Toen ik de tekst van criticus Manny Faber las over een cruciale experimentele film, merkte ik iets bijzonders op: een manier om te adjectiveren wat onbegrijpelijk leek nadat je het gezien had. Het was niet alleen een kwestie van het vertalen van een ervaring, maar ook van het vinden van het juiste materiaal om over te brengen wat er op het scherm zindert. Enerzijds worden belangrijke elementen zoals licht, ruimte, de afmetingen van de ramen, de aanwezigheid van schaduwen en de uitbarsting van kleuren over het hele scherm in Farbers tekst over Michael Snows Wavelength (1967) “acteurs” genoemd (een beetje zoals de actanten in een of andere semiotische methodologie), alsof ze in de film een rol op zich nemen in een “narratief”: de taak om een actie uit te voeren, een of andere activiteit die het verhaal vooruithelpt. Licht, ruimte en de gebalde verstrijkende tijd als performers.

In de manier waarop deze esthetische componenten worden beschreven beschrijft de tekst anderzijds een soort “vleselijkheid”: voor Faber siddert het scherm in Wavelength, de loft trekt spastisch samen en de kleuren lopen leeg, waardoor de ervaring van de film een kracht krijgt die verder gaat dan de contouren. Zoals Farber in een andere passage van deze tekst aangeeft “de stabiliteit van het onbezielde die het leven ervan weerhoudt weg te vliegen”. En in deze schijnbare onbeweeglijkheid van objecten komt het leven tevoorschijn, uit de kleur, de schaduw of het licht, geactiveerd door de magie van een camera en bijbehorende apparaten. Aldus besloot ik om de schrijfweg te volgen die door Farber-Snow werd aangegeven.

Maar er is nog iets anders, een element dat gewoonlijk buiten beschouwing gelaten wordt in de kritische analyse van meer conventionele films: geluid. Een element dat in de analyse van experimentele werken onontkoombaar is, vooral vanwege de conflictueuze band tussen beeld, geluiden en stiltes, of zoals Paul Sharits stelde: “Het boeiendste probleem van de cinema is misschien wel de relatie tussen geluid en beeld.” Voor Farber zijn de geluiden of de elektronische echo die zich uitspreidt met het inzoomen in Wavelength cathartisch, synesthetisch, betekenisgevend en, zoals Snow het opvatte, als een ingang, een portaal, als een pad in golven dat zich samentrekt en dat steeds dichter bij het idee van de zee ligt.

  • 1Manny Farber in Art Forum, januari 1970.

Beeld uit Wavelength (Michael Snow, 1967)

 

In haar rubriek Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.

PASSAGE
11.10.2023
NL FR EN ES
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.