Prisma #52

(1) EO (Jerzy Skolimowski, 2022)

Jerzy Skolimowski, geliefd omwille van zijn in Brussel gefilmde New Wave-wervelwind Le départ (1967), heeft zich op latere leeftijd nog aan een ezel verbrand. De ezel als filmfiguur is gevaarlijk en vergt (over)moed: in 1967 verfilmde Robert Bresson het leven van een ezel, en eigenlijk dat van ons allemaal. De stille, tragisch en toch banale stappen door de tijd van een levend wezen, toevallig een ezel. Au hasard Balthazar, met twee behaarde oren en wit omlijnde ogen. Rudy Kousbroek, een trouw bewonderaar van dit dier, schreef dat je uit de stand van hun oren niet alleen kan afleiden hoe laat het is, maar nog veel meer, het antwoord op alle wereldraadsels.1 Bresson interesseerde zich niet voor wat zijn acteurs toonden, maar wat ze verborgen. Eric de Kuyper schreef dat een ezel de ideale acteur is omdat hij “de ondoorzichtigheid van z’n zijn handhaaft, zijn volle mysterie”.2

Ook Skolimowski vertelt het levensverhaal van een ezel, maar bij hem wordt het hoofdpersonage getoond, wordt het dier ingezet voor een verhaal, in plaats van het raadsel van zijn aanwezigheid te respecteren. Eo wordt van zijn bazin gescheiden en beleeft allerlei avonturen tot hij door menselijke wreedheid wordt vernietigd. De hypocrisie van het bestaan van de dierenbescherming én de vleesindustrie wordt nadrukkelijk uitgelegd. Eo wordt “gered” uit een circus om te eindigen in een slachthuis. Het is een droevig verhaal, en Skolimowski probeert de toeschouwer van dit feit te doordringen. Het verhaal van Eo wordt vertolkt door maar liefst zes stand-ins: Ettore, Hola, Marietta, Mela, Rocco en Tako. U zal merken dat er zelfs geen rekening werd gehouden met het geslacht van het dier; iedere ezel volstaat om het verhaal te vertellen van de trouwe verlangens van een ezel naar zijn meesteres. Wanneer hij helemaal alleen in een weide staat, rolt er een traan over zijn ezelswang. Een echo van Cow van Andrea Arnold sijpelt binnen wanneer we ook hier aldoor het zwarte oog van Eo te zien krijgen. Skolimowski probeert zijn ezels met filmische trucs te animeren. “Huil dan toch, oog!” Maar helaas, we zien vocht uit een oog lopen, geen verdriet. Michael Haneke schreef: “Een ezel heeft geen psychologie, enkel een lot.”3

  • 1Rudy Kousbroek, Opgespoorde wonderen (Amsterdam: Augustus, 2003), 20
  • 2Erik de Kuyper, ‘Au hazard, Balthazar van Robert Bresson’, in: Streven, jrg. 20 (1966).
  • 3Michael Haneke, ‘Terreur en utopie van de vorm’, Sabzian (1995).

Beeld uit EO (Jerzy Skolimowski, 2022)

PRISMA
05.04.2023
NL
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.