Le jeune Ahmed

Le jeune Ahmed (Jean-Pierre & Luc Dardenne, 2019)

De broers Jean-Pierre en Luc Dardenne maken films waarin personages met ethische dilemma’s geconfronteerd worden. Ze behoren tot de weinige hedendaagse cineasten die het nog aandurven om morele cinema te maken. In hun werk klinkt de Griekse tragedie door, waarin catharsis een belangrijke rol speelt. In het dagboek van Luc Dardenne, Au dos de nos images (2005), lezen we veel verwijzingen naar de Bijbel en de middeleeuwse theoloog Meester Eckhart. Men zou een spirituele ambitie tot verheffing van de toeschouwer kunnen vermoeden, een aanzet tot reflectie op het eigen leven. Wraak en vergiffenis zijn een rode draad doorheen hun oeuvre. Kunst maken om “het volk te verheffen” lijkt achterhaald. De kunstenaar als leermeester of opvoeder wordt vaak als belerend en betuttelend ervaren. De Dardennes begeven zich dus op glad ijs.

In hun eerdere films voerden zij steeds personages op die vanuit hun kwetsbare positie in de samenleving tot actie worden gedreven. Nu hebben ze een film gemaakt waarin het precaire niet in de eerste plaats materieel is, maar waarin de keuze voor een radicaal idee het uitgangspunt vormt. Het is niet de materiële armoede die een wereldbeeld voortbrengt, maar het denkbeeld dat een wereld vormgeeft. Le jeune Ahmed gaat over een jongen die zich heeft laten meevoeren door zijn geloof. Wanneer de film begint, is Ahmed reeds in de ban van de radicale islam. Hij heeft zich afgewend van zijn moeder om de imam te volgen die zijn neef naar het Kalifaat (en de dood) leidde.

Ahmed zal zich van zijn naasten onderscheiden door het woordgebruik dat hij deelt met de radicale imam. Zijn neef wordt “martelaar” genoemd, een woord dat zijn dood een uitzonderlijke betekenis toedicht. De imam leest voor en Ahmed herhaalt de woorden tot hij ze uit zichzelf kan reproduceren. De taal die zij delen zondert hen af van de wereld waarin woorden op een andere manier gebruikt worden. Wanneer juf Ines Arabische taallessen wil organiseren, vatten de imam en Ahmed dit op als een aanval op hun wereld. Ze geloven dat zij de Arabische taal ontvreemdt door uit de religieuze sfeer van de moskee te halen en als een modern communicatiemiddel te beschouwen. De imam geeft juf Ines de naam van het Kwaad en Ahmed neemt zijn woorden letterlijk. Hij tracht vanuit de goedheid van het Woord de taaldiefstal door juf Ines te voorkomen met een messteek.  

Ines overleeft de aanslag en Ahmed wordt opgesloten in een jeugddetentiecentrum, waar hij moet meehelpen op een boerderij. Hij heeft het er lastig, want ze zijn er “te aardig” voor hem. Het centrum geeft hem geen ruimte om heroïsch weerstand te bieden, nu zijn strijd niet bestaat uit ascetische ontbering, maar uit het afhouden van een hond die enthousiast zijn hand likt en hem daardoor besmet met onreinheid.

Luc Dardenne zei in interviews dat de film voor hen gaat over onzuiverheid. Ahmed is geobsedeerd door reinheid en heeft smetvrees opgelopen voor de wereld omdat hij er niet in slaagt het gebied tussen reinheid en onreinheid te zien. Ahmed is bang om besmet te worden door het wereldbeeld van zijn naasten. IJverig wast hij zijn handen, en wast ze verbeten in onschuld. Het religieuze voorschrift voor de rituele reiniging moet wel echt zijn, want anders zou zijn vrome daad een moordpoging zijn. 

In het centrum verzet Ahmed zich aanvankelijk openlijk tegen zijn begeleiders, die hem dwingen zijn verworven zekerheden af te leggen. Al snel verbergt hij zijn overtuiging en veinst hij een transformatie. Nadat Ines het Arabisch van de islam heeft gestolen, ontvreemdt Ahmed nu de taal van zijn opponenten. Tijdens een gesprek met zijn psycholoog gebruikt hij de verzoenende woorden van zijn moeder om te doen alsof hij het juiste pad heeft teruggevonden. Tijdens de gesprekken met zijn naasten leert hij hoe de inkeer die van hem wordt verlangd, moet worden uitgedrukt. Hij leert zich te verschuilen achter zijn taal, een kunde die de volwassene onderscheidt van het kind. In het centrum ontdekt Ahmed hoe taal gebruikt kan worden als een masker. De titel van de film Le jeune Ahmed legt de nadruk op zijn jeugdigheid. De jonge Ahmed is duidelijk nog een kind, terwijl hij zijn jeugd van zich af probeert te schudden. Het bijvoeglijk naamwoord in de titel verzacht, maar trekt ook een lijn naar een toekomst waarin hij niet meer jong zal zijn.

De film staat stil bij een bijzonder moment in het leven van Ahmed. In ieders jeugd worden keuzes bijna toevallig genomen. De keuze tussen voetballen of bij de imam op bezoek gaan lijkt onbetekenend, maar transformeert Ahmeds werkelijkheid. Met iedere van deze schijnbaar onbetekenende keuzes wordt zijn persoonlijke werkelijkheid gevoed. Het raamwerk van woorden en handelingen wordt steeds onbeweeglijker, tot hij zichzelf in een definitieve werkelijkheid bevindt, in plaats van in wording.

Ahmed volhardt en maakt zich sterk. Om terug te keren naar de denkwereld van vóór zijn radicalisering is een gewone keuze ontoereikend. Er is een schok nodig. Terwijl zijn wereldbeeld verstart, wordt hij door elkaar geschud, eerst door de liefde en dan ook letterlijk, waardoor hij eindelijk voelt hoe onbuigzaam en breekbaar zijn wezen is. Het verheven streven van Ahmed stort neer, diep de materie in. 

In de film spelen voorwerpen een opvallende rol. Ook in de films van Robert Bresson zien we personages hun leven richting geven door kleine dingen te bricoleren. Door de functie van een voorwerp te transformeren, tonen de personages hoe hun realiteit maakbaar is. Ook al lijkt het gebruik van objecten vastgelegd door hun vorm, toch kan er een nieuwe functie worden uitgevonden. Zo bestaat de heroïek van de gevangene in Un condamné á mort s’est échappée (1956) bestaat uit het wegvegen van houtschilfers met een geïmproviseerde borstel, het vlechten van repen beddengoed tot een touw of het scherp schaven van een lepel om dienst te doen als mes. De ontsnapping uit zijn dodencel wordt mogelijk door objecten een radicaal nieuwe functionaliteit te geven. Ahmed transformeert een tandenborstel tot een mes. Zijn bril wordt niet enkel een metaforische focus (zonder wordt alles flou en onzeker), maar met behulp van elastiekjes ook een strijduitrusting. De muurhaak die was voorbestemd om als wapen te dienen, wordt na Ahmeds val gebruikt als alarmbelletje (en wie weet een wake-up call), teruggebracht tot zijn zuivere, stenige materialiteit en uiteindelijk gebruikt om toch een connectie te maken. 

Le jeune Ahmed werpt geen moreel vraagstuk op, zoals in veel eerder werk van de gebroeders Dardenne wel het geval was, maar richt zich op de constructie van de moraliteit zelf. Moraliteit, zo krijgen we te zien, is een denkkader dat bestaat uit woorden, maar ook tot uiting komt in de tastbare wereld. Door te kijken naar hoe Ahmed zijn koran netjes opbergt in een beschermend zakje, hoe hij zijn handen wast of hoe hij zijn lichaam beweegt in de nabijheid van anderen, begrijpen we hoe radicale ideeën zich kunnen verankeren in materie. We zien de vorm die een gedachtengoed kan aannemen. De geest wordt gevormd door rituelen, gestes en aanrakingen. Het wassen van zijn handen of het rituele buigen van het hoofd zijn de kern van Ahmeds geloof en beleving. Wanneer deze gevoeligheid met toewijding wordt getoond, begrijpen we hoe de streling van Ahmeds gezicht met een grassprietje veel meer is dan een sensatie. De lichtste aanraking brengt een daverende schokgolf voort.

ARTICLE
26.02.2020
NL
In Passage, Sabzian invites film critics, authors, filmmakers and spectators to send a text or fragment on cinema that left a lasting impression.
Pour Passage, Sabzian demande à des critiques de cinéma, auteurs, cinéastes et spectateurs un texte ou un fragment qui les a marqués.
In Passage vraagt Sabzian filmcritici, auteurs, filmmakers en toeschouwers naar een tekst of een fragment dat ooit een blijvende indruk op hen achterliet.
The Prisma section is a series of short reflections on cinema. A Prisma always has the same length – exactly 2000 characters – and is accompanied by one image. It is a short-distance exercise, a miniature text in which one detail or element is refracted into the spectrum of a larger idea or observation.
La rubrique Prisma est une série de courtes réflexions sur le cinéma. Tous les Prisma ont la même longueur – exactement 2000 caractères – et sont accompagnés d'une seule image. Exercices à courte distance, les Prisma consistent en un texte miniature dans lequel un détail ou élément se détache du spectre d'une penséée ou observation plus large.
De Prisma-rubriek is een reeks korte reflecties over cinema. Een Prisma heeft altijd dezelfde lengte – precies 2000 tekens – en wordt begeleid door één beeld. Een Prisma is een oefening op de korte afstand, een miniatuurtekst waarin één detail of element in het spectrum van een grotere gedachte of observatie breekt.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati once said, “I want the film to start the moment you leave the cinema.” A film fixes itself in your movements and your way of looking at things. After a Chaplin film, you catch yourself doing clumsy jumps, after a Rohmer it’s always summer, and the ghost of Akerman undeniably haunts the kitchen. In this feature, a Sabzian editor takes a film outside and discovers cross-connections between cinema and life.
Jacques Tati zei ooit: “Ik wil dat de film begint op het moment dat je de cinemazaal verlaat.” Een film zet zich vast in je bewegingen en je manier van kijken. Na een film van Chaplin betrap je jezelf op klungelige sprongen, na een Rohmer is het altijd zomer en de geest van Chantal Akerman waart onomstotelijk rond in de keuken. In deze rubriek neemt een Sabzian-redactielid een film mee naar buiten en ontwaart kruisverbindingen tussen cinema en leven.