Ik moet zeggen dat de besprekingen en interpretaties van professionele critici, ook al waren ze lovend over mijn werk, mij veelal teleurstelden. Maar al te vaak kreeg ik de indruk dat mijn werk hen in wezen onverschillig liet, of dat ze niet bij machte waren mijn films vanuit hun directe beleving te beschrijven en daarom telkens weer hun toevlucht namen tot de clichés van de filmjournalistiek. Ik begreep pas voor wie ik dit werk eigenlijk deed wanneer ik toeschouwers ontmoette die onder de indruk waren van mijn films, of als ik brieven las van volstrekt onbekende mensen die mij openhartig over hun leven vertelden. Alleen dan voelde ik me werkelijk begrepen, en werd ik me bewust van mijn roeping, mijn plicht en verantwoordelijkheid.