Jan Decorte’s second feature is a film adaptation of Henrik Ibsen’s Hedda Gabler. At the centre of the play by the Norwegian playwright are the Tesmans, who have just returned from a long honeymoon. The woman, Hedda, is pregnant and will be courted by the writer Eljert Lövbor, an old lover who is about to break through with an extraordinary book. Purposeless and disappointed by her marriage, Hedda has doubts about life and struggles with depression, emptiness and disillusion. As in his first film Pierre – which shows us an adult man still living with his old widowed mother – Decorte’s cinema is characterized by cinematic soberness and dedramatized theatricality, similar to Rainer Werner Fassbinder’s early films.
“It’s a sort of acrobatic distance here in Hedda Gabler, the suspense bating your breath (the acting is wonderful!) until it should be released into laughter. There’s a spluttering retelling of a wildly unlikely story, a kooky imitation of melodramatic conflicts, a travesty of critical unriddling, offering this extremely slow, calm countercurrent full of rapids and waterfalls. ”
Dirk Lauwaert1
“Warum brauchen denn die Männer soviel Liebe?“
September 1958.
Hedda en Jörgen Tesman zijn laat in de nacht thuisgekomen van hun lange huwelijksreis.
Ze hebben de Dolomieten bezocht en Zuidelijk Europa. Tijdens de reis is Jörgen gepromoveerd tot doctor in de cultuurgeschiedenis.
Hedda verwacht een kind.
Het paar betrekt de villa van Mevrouw Falk.
Die ochtend, wanneer Jörgen opstaat, wacht hem al visite van tante Julia. Ze hebben elkaar veel te vertellen.
Later op de morgen ontvangen ze Brack, een oude kameraad van Tesman. En Mevrouw Elvsted, zijn vroegere vlam en schoolvriendin van Hedda.
Blijkt, dat Eljert Lövburg in de stad is, een aan lager wal geraakt genie. Nu pas, heeft hij een boek uitgegeven, dat hem weer vaste voet aan de grond heeft bezorgd.
Hij heeft het samen met Mevrouw Elvsted afgemaakt. Die dweept met hem. Ze is hem naar de stad gevolgd en vraagt Tesman erover te waken, dat Lövborg niet hervalt in zijn uitspattingen van vroeger.
Tesman belooft haar dat.
Brack treft Hedda alleen die middag. Ze geeft toe, dat ze zich op reis gruwelijk heeft verveeld. Hij lacht.
’s Avonds komt Lövburg opdagen. Met het manuscript van zijn nieuwe boek, een waar hij “zelf in zit”.
Hij wil Hedda herinneren aan hun ongelukkige, prille liefde. Zij gaat niet in op zijn avances. Hij vergezelt Tesman naar een fuifje te diens ere bij Brack.
Mevrouw Elvsted en Hedda wachten de hele nacht op de mannen.
Eerst komt Tesman terug. Hij heeft het manuscript van Lövburg op straat gevonden. Moe. Hij gaat slapen.
Lövburg stormt binnen. Ze hebben zijn manuscript gestolen, beweert hij. De meisjes, bij “mademoiselle Lilli”.
Hedda schenkt hem een van haar vaders revolvers. Zwijgt. Ze wijst hem de deur.
Hedda verbrandt het manuscript.
Synopsis door Jan Decorte
“Het is een soort acrobatische afstand, die je hier in Hedda Gabler de adem doet inhouden van spanning (er wordt prachtig gespeeld!), tot ie in een lach bevrijd zou moeten worden. Er is een proestend navertellen van een wild-onwaarschijnlijk verhaal, een kolderieke imitatie van melodramatische conflicten, een travestie van de kritische ontraadseling, die deze heel trage, rustige tegenstroming meegeeft vol versnellingen en watervallen.”
Dirk Lauwaert2