FILM
J’ai faim, j’ai froid
,
,
12’

“Je moet alleen doen waar je echt zin in hebt, zei ze me. Als je als toneelregisseur enkel zin hebt om Tsjechows stukken te ensceneren, omdat je dat het mooiste vindt van wat er ooit voor het toneel geschreven is, dan doe je dat toch, zegt ze. Zo eenvoudig ligt dat bij haar; zo gekompliceerd ook. Want zulke radikale keuzen maken veronderstelt een ongelooflijke moed – in een beroep dat al heel wat van deze deugd vergt – de moed der wanhoop.”

Eric de Kuyper1