De bedden, de brief en Breuker
Ik had mijn kleine reeks visuele onderzoekjes aan de hand van stilstaande beelden in dit nummer willen afsluiten met een foto van een jonge vrouw, die staande op een zandplateau in het licht van een late namiddag neerkijkt op een zee van tenten: het vredeskamp bij Woensdrecht. Zij staat daar volkomen ontspannen, de handen achter het hoofd ineengevouwen, beschouwend, sierlijk, aantrekkelijk en betrokken; wij zien haar van achteren, maar dit alles zien we. Echt de foto die verlangen en vrede uitdrukt en de vragen van leven en dood, tijd en ruimte, waar we de laatste maanden over hebben zitten bomen, lyrisch en sensueel samenvat. En daarmee in een behoefte voorziet, want in al dat geboom klinkt wel eens een moraliserend ondertoontje door: “Wij mannen”, enzovoort.
Hier staat nu gewoon een mooie vrouw, ze leeft. Alleen: ze staat er niet want haar foto was in mijn hoofd mooier dan op papier. Hij had geen diepte, je miste het geluid van het menselijk gescharrel daar beneden, met radiootjes en zacht gerammel van keukengerei, je miste de drammerige legerhelikopter die steeds overkomt, je miste de frisheid van de avondlucht. Het bleef een afbeelding. Daarom nu gauw een filmisch onderwerpje, dat ik nog had liggen.
De bedden, de brief en Breuker – een passage uit De nieuwe ijstijd (1974)
De nieuwe ijstijd gaat enerzijds over de koloniale geschiedenis van Peru en over pogingen tot zelfbestuur in een uit rieten hutjes opgetrokken buitenwijk van Lima; anderzijds gaat hij over een familie in Groningen, waarvan drie meisjes en een jongen in een consumptie-ijsfabriek werken. Er heerst doofheid in die familie en mede daardoor heeft men een uiterst moeilijke verhouding met de taal.
In de slaapkamer van de drie meisjes zit Katrien en schrijft een brief. Ze maakt veel doorhalingen. Door het raam zie je de flat aan de overkant. Je ziet Katrien en Maria die elkaar vasthouden, ze lijken nogal gegeneerd voor de camera. Je ziet een afbeelding van een oude Cadillac en je ziet de muur waar die afbeelding opgeplakt zit. Vandaar naar de bedden. De camera beweegt strak, met een ingehouden heftigheid van het ene bed naar het andere en dan weer naar de muur en terug naar de bedden. Een wilde geometrie: hoe moest ik die benauwde ruimte filmen, terwijl ik niet verder achteruit kon? Ik bleef heen en weer, op en neer zwenken, ik draaide te veel meters film. Jan Vrijman, die de film als producent begeleidde, zei: “Je moet iets met dat materiaal doen. Juist doordat je de ruimte niet kunt laten zien, door de vormgegeven frustratie, roep je hem op.”
Ik kreeg het idee de tekst van Katriens brief (gericht aan haar vrijer in militaire dienst, ene Johan) een aantal malen te herhalen en naast het beeld te leggen. Katrien exploreert de taal even onmachtig en vasthoudend als ik de ruimte. Er ontstaan twee sporen, die naast elkaar lopen en willekeurige verbintenissen aangaan; zo valt het woord “televisie”, dat vier keer in de tekst voorkomt, drie keer samen met het beeld van de Cadillac. De brief wordt vijf keer herhaald, maar de vijfde keer ontbreekt de laatste zin: “Ik vind ‘t leuk dat ik op de televisie kom, Johan.” (Je laat een beeld en een geluid naar normale begrippen te vaak, te lang zien en horen en dan kap je plotseling voor de verwachte afloop. Er ontstaat een leegte, een gat dat door het volgende montage-element gevuld kan worden. Het vacuüm zuigt een dynamisch montageprincipe.) De overgang van Groningen naar Peru gebeurt dus op de zin: “Ik vind ‘t leuk dat je terugkomt”, terwijl wij juist weggaan; en meteen zijn we daar, in Lima, met een harde schnitt. Ik vroeg Willem Breuker om een muzikale laag onder de stem van Katrien; ze moest wat grond onder de voeten krijgen. Hij maakte een commentaar op Thelonious Monk: ‘Monk in Groningen’. Monk speelt ook zo spastisch, zo kubistisch, met gaten. Zeer goed begrepen van Willem dat hij bij Monk moest wezen, om niet alleen over de tekst van Katrien maar ook over mijn beeld iets te kunnen zeggen. Hij maakte niet een onderlaag, maar een complete melodische en ritmische compositie, die precies gelijk opgaat met de tekst en deze in een song verandert: de kwetsbare brief krijgt een sociale vorm en wordt iets van waarde. De muziek is geschreven voor piano, bas en drums (met Louis Andriessen in de rol van Monk aan de piano), maar bij de vijfde herhaling van de brief komt de tenorsax erbij (Breuker als Charlie Rouse). Het bewegend geheel van beeld, tekst en muziek wordt solide en vestigt zich als stemhebbend feit in de wereld.
Er zitten meer van dit soort diepe muzikale grappen in De nieuwe ijstijd. Met het oog op een aantal voorstellingen in Cinecenter/Nederlands Filmtheater in Amsterdam dit najaar mocht Willem zijn beste filmmuziek- werk aanwijzen. Hij koos de De nieuwe ijstijd. Wat mij betreft, ik ben het met hem eens.
Deze tekst werd oorspronkelijk gepubliceerd in Skrien (137), september/oktober 1984.
Beelden uit De nieuwe ijstijd (Johan van der Keuken, 1974)