John Wilsons apologie van het banale beeld
“Als je maar lang genoeg alles filmt wat je aandacht trekt, vormen er zich langzaamaan patronen in je beelden. Maar de beelden wijzen ook terug. In dit geval tonen ze ons niet alleen Manhattan, ze tonen net zo goed John Wilson: een introverte man van in de dertig die met zijn cameraatje door New York trekt. Filmen is voor hem een manier om naar buiten te treden, om met mensen in contact te komen, om te spreken. Het lijkt alsof hij op een gegeven moment in zijn leven besefte dat hij zijn schuchtere karakter, dat hem tot dan toe zo vaak in de weg had gezeten, ook ten goede kon gebruiken. Op zijn eigen manier zette hij vervolgens zijn verlegenheid in – als een wapen en als een schild.”