Dirk Lauwaert

Dirk Lauwaert (1944–2013) was a Belgian film critic, essayist and one of the most prolific writers on cinema in Belgium. Drawn to cinema from an early age, his first real encounter with cinema took place during his high school education in the Sint-Jozefcollege, a Jesuit college in Turnhout, where he saw the films of Charlie Chaplin and Laurel and Hardy, among others. After this, Lauwaert’s father took him to the revolutionary Filmforum screenings by “filmcleric” Jos Burvenich, a man from the clergy who considered cinema an art form and became a promoter of new European cinema in Belgium. Lauwaert wrote diaries from an early age, up until the year 1965, when he first started writing for magazines, the first being Universitas, effectively starting his career as a film critic, though his writing was not only concerned with cinema but also fashion, photography and art. Throughout his life, his texts appeared in magazines such as Film en Televisie, Kunst en Cultuur, Andere Sinema and De Witte Raaf. Lauwaert also taught at RITCS (the former RITS) and LUCA School of Arts (the former Hogeschool Sint-Lukas). His writing was published in several books, including Artikels. De Gelaarsde Kat (1996), Dromen van een expeditie. Geschriften over film 1971–2001 (2006), Lichtpapier. Teksten over fotografie (2007) [FOMU, Antwerp], Onrust (2011) and De geknipte stof. Schrijven over mode (2013) [Lannoo]. Several of his texts have been translated into English and French on Sabzian.

Dirk Lauwaert, 1971
ARTICLE
06.09.2023
NL EN

It is a film that entices one to take endlessly long detours and twists and steps forward and backward in an atmosphere of uncertainty about its value and meaning. Every now and then, there are films that fall right into the pipeline of the critic’s letter stream: films on an (almost physically) identifiable “important” theme, in this case “Fascism”, but which have also built in a series of ambiguous shadows and mirror images, so that everyone is left searching for the filmmaker’s final “statement” on his subject. Quite strikingly, importance and vagueness go hand in hand.

Dirk Lauwaert, 1971
ARTICLE
06.09.2023
NL EN

Het is een film die ertoe verleidt eindeloos lange omwegen en kronkels en stapjes vooruit en achteruit te maken in een sfeer van ongewisheid over zijn waarde en betekenis. Zo nu en dan zijn er films die recht in de pipeline van de letterstroom van de criticus zitten: films over een (bijna fysiek) aanwijsbaar “belangrijk” thema, in dit geval “Het Fascisme”, maar die tegelijk een reeks dubbelzinnige en ambigue schaduwen en spiegelbeelden inbouwden, zodat iedereen naar de uiteindelijke “uitspraak” van de cineast over zijn onderwerp zit te zoeken. Belangrijkheid en onduidelijkheid gaan treffend genoeg samen.

Dirk Lauwaert, 1971
ARTICLE
31.05.2023
NL EN

Men beweert dat Chaplin in Modern Times kritiek levert op onze samenleving en veel mensen zullen wel weer de indruk hebben dat hij ook voor deze tijd nog belangwekkende dingen zegt. Maar als je goed kijkt, heeft hij het over een even abstracte maatschappij, over een even abstracte en decoratieve techniek als Fritz Lang in Metropolis.

Dirk Lauwaert, 1971
ARTICLE
31.05.2023
NL EN

People claim that, in Modern Times, Chaplin is criticising our society, and many people will no doubt have the impression that he is saying interesting things even for our times. But if you look closely, he is talking about a society as abstract, about a technique as abstract and decorative as Fritz Lang in Metropolis.

Dirk Lauwaert, 1979
ARTICLE
12.05.2021
NL EN

“It’s a sort of acrobatic distance, here in Hedda Gabler, that makes you hold your breath in suspense (the acting is wonderful!) until it should be released by laughter. There’s a spluttering retelling of a wildly unlikely story, a kooky imitation of melodramatic conflicts, a travesty of critical unriddling, offering this extremely slow, calm countercurrent full of rapids and waterfalls.”

Dirk Lauwaert, 1979
ARTICLE
20.11.2019
NL EN

“Het is een soort acrobatische afstand, die je hier in Hedda Gabler de adem doet inhouden van spanning (er wordt prachtig gespeeld!), tot ie in een lach bevrijd zou moeten worden. Er is een proestend navertellen van een wild-onwaarschijnlijk verhaal, een kolderieke imitatie van melodramatische conflicten, een travestie van de kritische ontraadseling, die deze heel trage, rustige tegenstroming meegeeft vol versnellingen en watervallen.”

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
28.06.2023
NL EN

In the 1950s, the new American actor was formed by the Actor’s Studio. At the end of the 1960s, the next generation of actors arrived, manifesting themselves alongside established Hollywood actors (from Bronson and Heston to Newman, from Reynolds to Scott) in very different kinds of films. The common denominator of Al Pacino, Dustin Hoffman, Jack Nicholson, Robert de Niro, and Richard Dreyfuss? They aren’t introverted or haughty like Actor’s Studio actors: they’re exuberant, dynamic, aggressive. They’re not masochistic (Dean, Brando) but sadistic (Dreyfuss and Nicholson). They’re not neurotic but psychotic (De Niro). They aren’t looking for recognition but confirmation. They aren’t playing for the audience but for themselves.

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
28.06.2023
NL EN

In de jaren vijftig werd de nieuwe Amerikaanse acteur gevormd door de Actor’s Studio. Op het einde van de jaren zestig trad een volgende generatie acteurs aan, die zich naast de gevestigde Hollywoodspelers (van Bronson over Heston tot Newman, van Reynolds tot Scott) in een heel ander soort films manifesteerden. De gemene deler van Al Pacino, Dustin Hoffman, Jack Nicholson, Robert de Niro, Richard Dreyfuss? Ze zijn niet introvert of hautain als de Actor’s Studio-acteur: ze zijn uitbundig, dynamisch, agressief. Ze zijn niet masochistisch (Dean, Brando), maar sadistisch (Dreyfuss en Nicholson). Ze zijn niet neurotisch, maar psychotisch (De Niro). Ze zijn niet op zoek naar (h)erkenning, maar naar bevestiging. Ze spelen niet voor het publiek, maar voor zichzelf.

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
12.05.2021
NL EN

It is an intriguing film because of its original position in the field of Flemish film production. This is not some attempt at a standard technical finish that’s devoid of aesthetic politics. It is a clearly defined boundary, an emphatic style within which the entire film must develop. This is an unusual (almost suicidal) road for a young (Flemish) filmmaker. His colleagues are out to make attractive films that people will consider solid and professionally made. Films that are able to attract official subsidies, but only lead the public to believe that “we” might one day be able to make one too. 

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
12.05.2021
NL EN

Het is een intrigerende film door zijn originele opstelling in het veld van de Vlaamse filmproductie. Hier geen gooi naar een standaardnorm van technische afwerking die door geen esthetische politiek gedragen wordt. Wel een nadrukkelijk afgebakende grens, een nadrukkelijke stijl waarbinnen de hele film zich dient te ontplooien. Dit is een ongewone (bijna suïcidale) weg voor een jong (Vlaams) cineast. Zijn collega’s is het altijd weer te doen om aantrekkelijke films te maken, waarvan men zal zeggen dat ze degelijk en professioneel gemaakt zijn. Films die een officiële subsidiebeurs kunnen losmaken, maar het publiek slechts de vaststelling kunnen ontlokken dat ‘wij’ het misschien ooit ook zullen kunnen.

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
12.05.2021
NL

“De hele tijd door moest ik denken aan De Metsiers van Hugo Claus en toen ik nog een heel jong adolescent was. Er is een gelijkaardige politiek in de provocatie zowel in het verhaal als in het televisiespel. Er is dezelfde inkapseling van de hele context en de verhaal-wereld in het bewustzijn van één enkele persoon. Het zijn de obsessies van de zoon die de verhoudingen in het gezin bepalen en er hun zin aan geven.”

Dirk Lauwaert, 1976
ARTICLE
22.05.2019
EN

Disarming. There’s always something disarming about the massive. The massive of impudence; the massive of self-assurance; the massive of collectivity; the massive of vulgarity; the massive of being right. Television is carried by all these incarnations of the massive. It is founded in it.

Dirk Lauwaert, 1990
ARTICLE
28.06.2023
NL EN

The filmmaker lives in his films. His decisions don’t flawlessly follow an academic ideal but flawlessly follow what he has to say. It’s not without vulgarity, demagoguery or overemphatic naturalism, but the film takes all this in unadulterated. And I take it with both hands and bring it to my eyes, which greedily indulge in it. How many years has it been since I have seen such vital images?

Dirk Lauwaert, 1990
ARTICLE
28.06.2023
NL EN

De cineast leeft in zijn films. Zijn beslissingen zijn niet feilloos volgens een academisch ideaal, maar feilloos naar wat hij te vertellen heeft. Het is niet zonder vulgariteit, niet zonder demagogie, niet zonder overnadrukkelijk naturalisme, maar de film neemt dit alles ongekuist in zich op. En ik neem het met beide handen en breng het naar mijn ogen, die er zich gulzig aan te goed doen. Hoeveel jaren is het al niet geleden dat ik zulke vitale beelden zag?

Dirk Lauwaert, 1972
ARTICLE
28.06.2023
NL EN

Het is ongelooflijk hoe verblindend de slogan “realisme” in onze cultuur werkt. Het is een zelfdestructief, zelfreducerend mechanisme. Zodra je die slogan hanteert, zodra je dat programma aanhangt, zodra je dat interpretatieschema hanteert, glijdt je onweerstaanbaar van de ene “basic reality” naar de andere. Je komt onweerstaanbaar de glijbaan afgegleden, maar je bereikt nooit het eindpunt van een “werkelijk realisme”, je komt nooit bij de ultieme realiteit. Realisme lijkt op een zen-denk-opgave, die je gedachten in een onontwarbaar net inspint. Om eruit te komen moet je een soort kwalitatieve sprong maken, uit de “ban” van het realisme. Want het is een sofisme, gezichtsbedrog.

Dirk Lauwaert, 1972
ARTICLE
28.06.2023
NL EN

It’s incredible how dazzling the effect of the slogan “realism” is in our culture. It’s a self-destructive, self-reducing mechanism. As soon as you wield that slogan, as soon as you adhere to that programme, as soon as you use that interpretational framework, you slide irresistibly from one “basic reality” to another. You irresistibly come sliding down the slide, never reaching the end point of a “true realism”, never arriving at the ultimate reality. Realism resembles a Zen thinking task, which spins your thoughts into an inextricable net. To get out of it, you have to take a kind of qualitative leap, out of the “spell” of realism. Because it’s sophistry, an optical illusion.

Dirk Lauwaert, 1972
ARTICLE
31.05.2023
NL EN

A film that is not at all what it claims to be at face value, a success that is not actually a success, an audience that is merely programmed. A puzzle that never really fits together and which everyone nonetheless claims to form a nice pattern. All the pieces are there, but the figures on it do not form a whole. Everything is wrong, the nose to the feet, the hands to the head. And yet you think, what a beautiful hand and what beautiful eyes!

Dirk Lauwaert, 1972
ARTICLE
31.05.2023
NL EN

Een film die helemaal niet is wat hij at face value beweert te zijn, een succes dat eigenlijk geen succes is, een publiek dat alleen maar geprogrammeerd is. Een puzzel die eigenlijk nooit in elkaar past en waar iedereen toch van beweert dat hij een mooi patroon vormt. Alle stukjes zitten er wel in, maar de figuurtjes erop worden maar geen geheel. Alles zit verkeerd, de neus bij de voeten, de hand aan het hoofd. En toch denk je: wat een mooie hand en wat een mooie ogen!

On Tout va bien by Jean-Luc Godard and Jean-Pierre Gorin

Dirk Lauwaert, 1972
ARTICLE
26.04.2023
NL EN

Tout va bien is again a film that is addressed to me as well. Contact has been restored. I wasn’t really expecting that anymore. I feared Godard had collapsed under May ’68, which functioned as a late adolescence and identity crisis for the generation of the 1950s. Tout va bien proves that Godard used all those years well, that he worked and subjected himself to an intense, painful reconstruction.

Over Tout va bien van Jean-Luc Godard en Jean-Pierre Gorin

Dirk Lauwaert, 1972
ARTICLE
26.04.2023
NL EN

Tout va bien is opnieuw een film die ook aan mij is gericht. Het contact is hersteld. Ik verwachtte dat eigenlijk niet meer. Ik vreesde dat Godard bezweken was aan mei ’68, die voor de generatie van ’50 functioneerde als een late adolescentie- en identiteitscrisis. Tout va bien bewijst dat Godard al die jaren goed gebruikt heeft, gewerkt heeft, zichzelf aan een intense, pijnlijke reconstructie heeft onderworpen.

Dirk Lauwaert, 1969
ARTICLE
08.04.2020
NL EN

For twenty-five years, there was fascist ossification and inbreeding, the heyday of a couple of genres that provided an utterly distorted picture of reality, or rather, that regarded the very dialogue with reality as superfluous. In a grandiose gesture of liberation, these self-sufficient diagrams of comedies and dramas are dismissed. Suddenly, reality itself becomes visible.

Dirk Lauwaert, 1969
ARTICLE
02.01.2015
NL EN

Vijfentwintig jaar lang was er fascistische verstarring en inteelt, hoogtij van enkele genres die een volledig vertekend beeld gaven van de werkelijkheid, of beter nog, die juist elke dialoog met de werkelijkheid overbodig achtten. Deze volledig zelfstandig geworden schema’s van komedies en drama’s worden in een grandioos gebaar van bevrijding weggeschoven. Plots is het de werkelijkheid zelf die zichtbaar wordt.

The Lovers on the Bridge (1991)

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
01.11.2023
NL EN

Besides the macabre, there is luxury: the hyper-production, the mannered image, the baroque fairylike. Carax does try to fit the two together – clinical decay and magical image construction, macabre corruption and pièces montées [layer cakes] of light and fireworks – but it doesn’t really work. The suture doesn’t happen. Two different films chase each other, trip over one another, tear each other apart like two dogs on the same leash.

Les amants du Pont-Neuf (1991)

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
01.11.2023
NL EN

Naast het macabere is er de luxe: de hyper-enscenering, het gekunstelde beeld, het barok-feërieke. Carax probeert beide wel in elkaar te schuiven – de klinische aftakeling en de magische beeldopbouw, de macabere corruptie en de pièces montées van het licht- en vuurwerk – maar het wil niet echt lukken. De hechting komt er niet. Twee verschillende films hollen achter elkaar aan, struikelen over elkaar, verscheuren elkaar als twee honden aan dezelfde leiband.

A Tale of Winter by Éric Rohmer

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
11.10.2023
NL EN

A Tale of Winter is a very intelligent, very moving film. The images were made from the endless distance of the other side of the universe; they do not carry the characters but look for them, reach for them without being able to give them anything back. The poor attention of those images alone is enough for the spectator! The director does not wrap his story but leaves it vulnerable on the table among crumpled newsprint.

Conte d’hiver van Eric Rohmer

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
11.10.2023
NL EN

Conte d’hiver is een heel intelligente, heel ontroerende film. De beelden zijn vanuit eindeloze verten aan de andere kant van het universum gemaakt; ze dragen de personages niet maar zoeken ze, reiken naar hen zonder ze iets van zichzelf te kunnen geven. De armoedige aandacht van die beelden alleen al is voor de toeschouwer voldoende! De regisseur pakt zijn verhaal niet in, maar laat het kwetsbaar tussen verfrommeld krantenpapier op tafel liggen.

Unforgiven by Clint Eastwood

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
22.03.2023
NL EN

Eastwood has been one of my favourite film characters for many years: on screen and behind the camera, he has built his meditation on society around his highly stylised image. With his limits as a character actor, he does not expand his register to psychological complexity or extremity. (He’s no De Niro.) He incarnates an ideal for the male psyche: lonely, autonomous, definitively freed from the mother, withdrawn from any question, from any cry of distress. Within the script and the images, this dull, nearly mineral, fully sterile mass nevertheless becomes a wondrous sound box for the romance of unexpressed emotions. The eternally adolescent boy with his chaste, timid and excessive but vague desire.

Unforgiven van Clint Eastwood

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
22.03.2023
NL EN

Eastwood is sinds vele jaren een van mijn favoriete filmpersonages: op het scherm en achter de camera heeft hij de meditatie over de maatschappij opgehangen aan zijn uiterst gestileerde imago. In zijn beperktheid als karakteracteur breidt hij zijn register niet uit naar psychologische complexiteit of extremiteit. (Hij is geen De Niro.) Hij incarneert een ideaal voor de mannelijke psyche: eenzaam, autonoom, definitief bevrijd van de moeder, onttrokken aan elke vraag, elke noodkreet. Binnen het script en de beelden resoneert deze matte, bijna minerale, volledig steriele massa nochtans als een wonderlijke klankkast voor de romantiek van het onuitgedrukte gevoel. De eeuwig adolescente jongen: met een kuis, timide en mateloos, zij het onbestemd verlangen.

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
08.06.2022
NL EN

Serge Daney is the force of a surprising opening gambit. In the form of a question, or the negation of obviousness, as a rhyme of ideas or right away with a brutal argumentation that stalemates you, “if... then”. The strategy of the brusque but also panicky outburst. The ground is not prepared, the argument not introduced. He parachutes the reader straight into the war zone. Bullets whizz around his ears, mines surround him. But the author says: I will lead you through it!

Dirk Lauwaert, 1992
ARTICLE
08.06.2022
NL EN

Serge Daney, dat is de kracht van de verrassende openingszet. In vraagvorm, of de ontkenning van een evidentie, als een ideeënrijm of meteen met een brutale redenering die je klemzet: “si … alors”. Een strategie van de bruuske, maar ook plankerige uitval, Het terrein wordt niet voorbereid, het argument niet aangebracht. Hij parachuteert de lezer meteen in het oorlogsveld. Kogels fluiten hem om de oren, mijnen liggen alom. Maar de schrijver zegt: lk leid je er door heen!

Dirk Lauwaert, 2007
ARTICLE
14.03.2018
EN

In Wanda, everything remains en suspens, Loden’s shots begin a bit too soon, last a bit too long. The dictatorial “Action!” and “Cut!” of the director – bellowed out with such sadistic authority – is here prefaced by a “maybe”. The frame, too, is here too wide, there too narrow. Each shot unravels at edges. There is no other way to escape the constraint of the film set except to act carefully, as if you know nothing about it.

The One-Sided Genius of Orson Welles

Dirk Lauwaert, 1993
ARTICLE
22.03.2023
NL EN

The most disappointing thing about Welles – which is confirmed by Othello – is the lack of sensuality. No morbid or sentimental emotion whatsoever can be read from the screen. Jealousy and lust are cloaked in compositions, lighting and scenery; they are never made visible in the body. There is more eroticism in one shot by Straub or Bresson (surely not the most obvious ones in the field) than in an entire Welles film!

Het eenzijdige genie van Orson Welles

Dirk Lauwaert, 1993
ARTICLE
22.03.2023
NL EN

Het meest teleurstellende in Welles – Othello bevestigt dat – is het gebrek aan sensualiteit. Geen enkele morbide of sentimentele emotie is van het scherm af te lezen. Jaloezie en lust zijn in composities, licht en decor verpakt; nooit in het lichaam zichtbaar gemaakt. Er zit meer erotiek in één plan van Straub of Bresson (toch niet de meest vanzelfsprekende betreders van dit gebied) dan in een hele film van Welles!

Dirk Lauwaert, 1993
ARTICLE
14.12.2022
EN

For me, film has long been first and foremost the bizarre art of showing and looking at bodies, the art of inventing hundreds of ways in which emotions and consciousness become bodily visible. Film is narration through bodies rather than images. Images are at the service of those bodies, are draped around those bodies, filled with bodies, carried by bodies.

To Make Images Speak

Dirk Lauwaert, 1993
ARTICLE
10.02.2021
NL EN

TV-programme producers occasionally try to make their works available for repeated viewing in addition to one-off screenings. As is the case with Voyage à Paris, which is like a beautiful poem you want to read several times, or a piece of music you want to hear several times. This visual essay contains a couple of passages you will remember especially well, transitions that are so intriguing that you will want to further savour them. 

Beelden doen spreken

Dirk Lauwaert, 1993
ARTICLE
03.02.2016
NL EN

Programmamakers proberen hier en daar iets te doen met het feit dat hun werkstukken niet louter voor eenmalige vertoning maar ook voor herhaalde lectuur gemaakt kunnen worden. Zoals Voyage à Paris, dat dan ook lijkt op een mooi gedicht dat je toch meermaals wilt lezen, of het muziekstuk dat je toch meermaals wil horen. Dit beeldessay heeft enkele passages die je extra goed onthoudt, heeft overgangen die zo intrigerend zijn dat je ze nader wilt savoureren.

Dirk Lauwaert, 1987
ARTICLE
25.01.2023
NL EN

Beyond the terminal station at the edge of the Roman campagna, an arterial road begins, the Via Tuscolana. To the right, a film school; to the left, the walled film city Cinecittà. I looked at those great European film studios for two years but they did not stir my imagination one bit.

Dirk Lauwaert, 1987
ARTICLE
25.01.2023
NL EN

Voorbij het eindstation aan de rand van de Romeinse Campagna begint een uitvalsweg, de Via Tuscolana. Rechts een filmschool, links, ommuurd, de filmstad Cinecittà. Twee jaar lang zag ik daar die grote Europese filmstudio's liggen, maar ze stimuleerden mijn verbeelding geen ogenblik.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
11.05.2016
NL EN

Film is fundamentally the choice of a viewpoint in space, toward that space. Film is recording and therefore fundamentally contemporary (one cannot record that which is gone, the past). The spectator always watches contemporary images (even when they have aged, they remain contemporary through their model). This disposition sees to it that those who love films become ‘contemporary’ with every film.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
30.03.2015
NL EN

De bioscoop was zijn Amerika, de beelden volgden elkaar op als plechtige zevenmijlsstappen, of als het rennen van de honderd meter. Hij schoof van plek naar plek, van de ene naar de andere figuur. En steeds gebeurde dat in die ene juiste afstand. [...] Later begreep hij dat alles draaide rond een oxymoron: onbeweeglijk bewogen te worden.

Dirk Lauwaert, 1970
ARTICLE
06.01.2021
EN

Film is (and this is my fundamental assumption) not art in the bourgeois-humanist sense of the word. It is an industry and a very important part of the so-called culture industry at that. Those who switch from the category of art to the category of culture industry ultimately make a political-ideological choice, the consequences of which can hardly be overrated.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
11.05.2016
NL EN

Film is fundamentally the choice of a viewpoint in space, toward that space. Film is recording and therefore fundamentally contemporary (one cannot record that which is gone, the past). The spectator always watches contemporary images (even when they have aged, they remain contemporary through their model). This disposition sees to it that those who love films become ‘contemporary’ with every film.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
30.03.2015
NL EN

De bioscoop was zijn Amerika, de beelden volgden elkaar op als plechtige zevenmijlsstappen, of als het rennen van de honderd meter. Hij schoof van plek naar plek, van de ene naar de andere figuur. En steeds gebeurde dat in die ene juiste afstand. [...] Later begreep hij dat alles draaide rond een oxymoron: onbeweeglijk bewogen te worden.

About D’Est by Chantal Akerman

Dirk Lauwaert, 1995
ARTICLE
22.03.2023
NL EN

D’Est – a film, a video installation. Between cinema and museum, between projection in time and distribution in space, between celluloid and electronic image. But also between two cultures, that of film and that of visual arts – between two ways of asking the question of the image: in film the question of the right image, in the museum the question of the impossible depiction.

Over D’Est van Chantal Akerman

Dirk Lauwaert, 1995
ARTICLE
22.03.2023
NL EN

D’Est – een film, een video-installatie. Tussen bioskoop en museum, tussen projectie in de tijd en distributie in de ruimte, tussen pellicule en elektronisch beeld. Maar ook tussen twee culturen, die van de film en die van de plastische kunsten - tussen twee manieren om de vraag van het beeld te stellen: in film de vraag naar het juiste beeld, in het museum de vraag van de onmogelijke afbeelding.

Dirk Lauwaert, 1995
ARTICLE
27.07.2022
NL EN

Film was an empty theatre, during the day, in which artificial light showed everything the sun outside could never show. It was the most blissful way of being: all alone in the presence of an intense illusion. Life watched more fascinating than life lived. The other so much more fascinating than the self, a substitute dream for the self.

Dirk Lauwaert, 1995
ARTICLE
27.07.2022
NL EN

Film, dat was een lege zaal, overdag, waarin een kunstlicht alles toonde wat de zon daarbuiten nooit kon laten zien. Het was de gelukzaligste manier om te zijn: helemaal alleen in de buurt van een intense illusie. Het bekeken leven als boeiender dan het geleefde. De ander als zoveel boeien der dan het zelf, als vervangende droom voor het zelf.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
11.05.2016
NL EN

Film is fundamentally the choice of a viewpoint in space, toward that space. Film is recording and therefore fundamentally contemporary (one cannot record that which is gone, the past). The spectator always watches contemporary images (even when they have aged, they remain contemporary through their model). This disposition sees to it that those who love films become ‘contemporary’ with every film.

Dirk Lauwaert, 1970, 1987, 1989
COMPILATION
30.03.2015
NL EN

De bioscoop was zijn Amerika, de beelden volgden elkaar op als plechtige zevenmijlsstappen, of als het rennen van de honderd meter. Hij schoof van plek naar plek, van de ene naar de andere figuur. En steeds gebeurde dat in die ene juiste afstand. [...] Later begreep hij dat alles draaide rond een oxymoron: onbeweeglijk bewogen te worden.

Dirk Lauwaert, 1977
ARTICLE
22.05.2024
NL

Moed is zichzelf voldoende als gebaar, als spektakel, als vertoning. Het moedige is de mannelijke tegenhanger van de striptease. In Je tu il elle dient dit gebaar niet de bravoure, maar de inzet, de allure, de reikwijdte van een oeuvre en van bekommernissen. Akerman gebruikt zichzelf niet als “bron” van confidenties, maar als markering van een domein, als bezit nemen van haar medium, van haar “ruimte”. En deze ruimte reikt zoveel verder dan die der persoonlijke bekentenissen.

Dirk Lauwaert, 1977
ARTICLE
01.11.2023
NL EN

Truffaut still has a clear preference for frustrated, failing heroes, for feelings stranded along the way. But the extremes of pathos and self-irony, of lyricism and banality, have come ever closer together, so that Truffaut’s theme has simply become that of unhappy love, where pity can more and more take root.

Dirk Lauwaert, 1977
ARTICLE
01.11.2023
NL EN

Nog steeds heeft Truffaut een duidelijke voorkeur voor gefrustreerde, mislukkende helden, voor gevoelens die onderweg stranden. Maar de extremen van pathos en zelfironie, van lyriek en banaliteit zijn steeds dichter bij elkaar komen liggen, zodat Truffauts thema banaalweg dat is geworden van de ongelukkige liefde, waarbij het medelijden steeds meer wortel kan schieten.

Dirk Lauwaert, 1977
ARTICLE
26.04.2023
NL EN

His films are irritating, off-putting, somewhat repulsive. Admirers of his work should not brush off this negative, backward contact between Fassbinder and his audience but rather depart from it. In this oeuvre, an aesthetic of irritation is essential.

Dirk Lauwaert, 1977
ARTICLE
26.04.2023
NL EN

Zijn films irriteren, stoten af, zijn een beetje weerzinwekkend. Bewonderaars van zijn werk moeten dit negatieve, averechtse contact tussen Fassbinder en zijn publiek niet wegpraten, maar er juist van vertrekken. In dit oeuvre is een esthetiek van de irritatie essentieel.

Dirk Lauwaert, 1991
ARTICLE
11.10.2023
NL EN

Jungle Fever is a strange, grandiose and disappointing American film! Once again, it shows how America’s powerful, coercive story-industry deals exclusively in stereotypes. Making diversity visible and recognisable has always been its essential function and source of inexhaustibility. In the film, we do see the symptoms, the signals of diversity, but not the difference.

Dirk Lauwaert, 1991
ARTICLE
11.10.2023
NL EN

Jungle Fever is een vreemde, grandioze en teleurstellende Amerikaanse film! Eens te meer blijkt hoe Amerika’s machtige, dwingende verhaalindustrie uitsluitend in stereotypen handelt. Het zichtbaar en herkenbaar maken van de diversiteit is steeds haar essentiële functie en de bron van haar onuitputtelijkheid geweest. In de film zien we dus wel de symptomen, de signalen van de diversiteit, maar niet het verschil.

Matador (1986) and Átame! (1989)

Dirk Lauwaert, 1991
ARTICLE
31.05.2023
NL EN

Almodóvar’s beautiful films counterbalance the dominant academicism. Not the story, not the script, not the dialogues determine his films, nor does the preciosity of the image. The power of the films lies in the acting, the physical interaction between the actors confronted with the camera and direction. The actors play in front of a camera that always gives them the freedom to complement, encourage, correct and ironise each other.

Matador (1986) en Átame! (1989)

Dirk Lauwaert, 1991
ARTICLE
31.05.2023
NL EN

De prachtige films van Almodóvar vormen het tegenwicht voor het dominante academisme. Niet het verhaal, niet het script, niet de dialogen bepalen zijn films, evenmin de preciositeit van de beeldvorming. De kracht van de films is gelegen in de manier waarop de acteurs spelen, hun lichamelijke interactie in confrontatie met camera en regie. De acteurs spelen voor een camera die hen voortdurend de vrijheid schenkt om elkaar aan te vullen en aan te moedigen, te corrigeren en te ironiseren.

Dirk Lauwaert, 2001
ARTICLE
03.11.2021
EN

The western used to be the secret garden of male imagination. Access to it has been closed off, the paradise parceled out, its inhabitants dispossessed. Next up are “the men who like technology”, but cowboys like horses, landscapes, showdowns. For this, freedom is the condition, reward and punishment.

Dirk Lauwaert, 1975
ARTICLE
01.11.2023
NL EN

Chabrol bothers. He bothers me too, I must admit. He frustrates my universally recognised, unchallenged right as an art consumer to know where the maker stands, where he wants me to be and what he has to say to me. I prefer a banal message to an undecipherable one. I prefer a banal vision to a constantly changing one. I prefer a hypocritical morality to a morality of hypocrisy.

Dirk Lauwaert, 1975
ARTICLE
01.11.2023
NL EN

Chabrol stoort. Mij ook, moet ik toegeven. Hij frustreert mij in mijn universeel erkende, door niemand betwiste recht als kunstconsument om te weten waar de maker staat, waar hij me wil hebben en wat hij me te zeggen heeft. Liever een banale boodschap dan een niet te ontcijferen boodschap. Liever een banale visie dan een voortdurend wisselende. Liever een hypocriete moraal, dan een moraal van de hypocrisie.

Dirk Lauwaert, 1975
ARTICLE
06.09.2023
NL EN

There is a rightness, an inner consistency, and an absence of moral hesitation that make Visconti’s films breathtakingly modern. It is our sense of physicality that we see at work on the screen: a theatrical nudity, an artificial naturalness, a perverse spontaneity. It is important to think both contradictory terms together, because modern physicality resides in this very tension, their unresolvedness, our continuous journey between both poles.

Dirk Lauwaert, 1975
ARTICLE
06.09.2023
NL EN

Er is een juistheid, een innerlijke consequentie, een afwezigheid van morele verpinkingen die Visconti’s films adembenemend modern maken. Het is ons gevoel van lichamelijkheid dat we op dat scherm werkzaam zien: een theatrale naaktheid, een artificiële natuurlijkheid, een perverse spontaniteit. Het is belangrijk beide contradictorische termen samen te denken, want het is in hun spanning, in hun nimmer besliste keuze, in onze voortdurende reis tussen beide polen, dat de moderne lichamelijkheid zich situeert.

On Chantal Akerman

Dirk Lauwaert, 1975
Introduction by Gerard-Jan Claes
ARTICLE
13.02.2019
NL EN

It is not a complicated or difficult film, rather a very simple and clean one. But it is not a natural, spontaneous film. The clarity and legibility of Jeanne Dielman is the result of self-discipline. In our culture clarity needs to be pragmatic-efficient, an argument needs to have the form of a road, including road signs. Force and energy need to be channelled into activist trajectories time and again, need to be labelled with a name and an address. Akerman slipped by and through all of that.

Over Chantal Akerman

Dirk Lauwaert, 1975
ARTICLE
23.12.2015
NL EN

Film heeft altijd problemen met de tijd gehad. De carrière van Griffith wordt geritmeerd door zijn steeds maar uitdijende projecten. Is het toevallig dat zijn langste films ook zijn meest didactisch-moraliserende films waren, films waarin hij een boodschap wilde brengen, waarin hij zijn publiek iets wilde leren, waarin hij een thesis verdedigde? Het lang duren van een film is niet alleen een materiële eigenschap (een chronometrage), niet alleen een element van de ervaring als toeschouwer, maar ook een teken van iets, een signaal.

A New Life by Olivier Assayas

Dirk Lauwaert, 1994
ARTICLE
11.10.2023
NL EN

Acting happens in the shot, not between the shots. Assayas edits as little as possible and does not construct the acting effect from beautiful fragmentary acting details edited together as fluidly as possible. No, he observes the acting in its unmanipulated continuity. This has profound implications for the construction of the film.

Une nouvelle vie van Olivier Assayas

Dirk Lauwaert, 1994
ARTICLE
11.10.2023
NL EN

Acteren gebeurt in het plan, niet tussen de plans. Assayas monteert zo weinig mogelijk, bouwt een spel-effect niet op uit mooie fragmentarische speldetails, die zo vloeiend mogelijk aan elkaar zijn gesneden. Nee, hij observeert het spel in zijn ongetrukeerde continuïteit. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de bouw van de film.

On the Inability to Deal with Old Forms

Dirk Lauwaert, 1994
ARTICLE
06.09.2023
NL EN

Sometimes images present themselves with the force of necessity – or should I say inevitability? I naturally saw a film like Oliver Stone’s Natural Born Killers coming – I think in retrospect! – for quite some time. Sooner or later, all those images lying around will become entangled.

Over het onvermogen met oude vormen om te gaan

Dirk Lauwaert, 1994
ARTICLE
06.09.2023
NL EN

Soms doen beelden zich voor met de kracht van het noodzakelijke – of moet ik zeggen van het onvermijdelijke? Een film als Natural Born Killers van Oliver Stone zag ik natuurlijk – denk ik achteraf! – al langer aankomen. Vroeg of laat moeten al die rondslingerende beelden bij elkaar klitten.

Dirk Lauwaert, 1994
ARTICLE
25.01.2023
NL EN

Renoir: documentarian of illusion, realist of light comedy. He distrusted creativity’s desire to rule but instead practised creativity that creates possibilities. Whoever wants to rule, must focus the field on one dominant point and neutralise all other solidarities and affinities. Similarly, whoever wants to rule the audience for the duration of a film: focus and concentrate all energy on one point! (Fear is the best strategy to do so.)

Dirk Lauwaert, 1994
ARTICLE
25.01.2023
NL EN

Renoir: documentarist van de illusie, realist van de lichte komedie. Hij wantrouwde de creativiteit die wou heersen, maar beoefende daarentegen de creativiteit die mogelijkheden schept. Wie wil beheersen, moet het veld focaliseren op één dominant punt, alle andere solidariteiten en verwantschappen moet hij neutraliseren. Zo ook wie voor de duur van een film over het publiek wil heersen: focaliseer en bundel alle energie op één punt! (Angst is de beste strategie daartoe.)

On Fred Astaire and Ginger Rogers

Dirk Lauwaert, 1983
ARTICLE
22.02.2023
NL EN

The dance is perceptibly preceded by a period of preparation. The dance itself, however perfect in the moment, is a culmination; it is there, gloriously in the now (only in the now). And the higher the technicity of the performance, the more intense our sense of the fragility of that performance, of its uniqueness. But if virtuosity feels inhuman, perfection feels fragile and melancholic. Anyhow, perfection is closure.

Over Fred Astaire en Ginger Rogers

Dirk Lauwaert, 1983
ARTICLE
22.02.2023
NL EN

De dans zelf, hoe perfect ook in het moment, is een culminatiepunt; het is er, glorieus in het nu (alleen maar in het nu). En hoe zwaarder de techniciteit van de uitvoering, hoe intenser ons besef van de fragiliteit van die uitvoering, van haar uniciteit. Maar als de virtuositeit iets onmenselijks heeft, dan heeft de perfectie iets breekbaars en weemoedigs. Perfectie is hoe dan ook afsluiten.

Dirk Lauwaert, 1983
ARTICLE
23.11.2022
EN

Watching and appreciating a film starting from its mise-en-scène is like adding a fourth dimension to plot and characters. Behind the characters their maker appears, behind the plot the process of the mise-en-scène appears.

Interview with Jan Decorte

Dirk Lauwaert, 1983
CONVERSATION
12.05.2021
NL EN

“It’s much more enjoyable to watch theatre than to make theatre, and it is much more enjoyable to make films than to watch a film, because film is a much more evolved medium when it comes to the material you are interpreting. Imagine to simply steal someone’s face, their appearance, capturing it at the angle you’re most attracted to, where it moves you, and to try to piece together all that you’ve stolen afterwards during the editing; that you can then fabricate something very moving.”

Interview met Jan Decorte

Dirk Lauwaert, 1983
CONVERSATION
12.05.2021
NL EN

“Het is veel plezieriger om naar theater te kijken dan om theater te maken, en het is veel plezieriger om film te maken dan naar film te kijken, omdat film een veel meer geëvolueerd medium is wat lezen betreft, wat de lectuur betreft. Dat je gewoon iemand zijn gezicht, zijn voorkomen steelt, inblikt op het ogenblik dat het jou bevalt, ontroert, en dat je bij de montage ziet hoe al die berovingen bij elkaar passen.”